Een interessant geval in de stamboom van de familie Ambachtsheer is Ary Teunisz Ambagtsheer. Maar liefts 3 huwelijken kunnen we aan deze Ary toeschrijven. Eerst trouwt hij 3 sept 1711 met Jannigje Ariens Blom. Helaas overlijdt Jannigje kort na de geboorte van haar 2e kind. Op 15 februari 1715 hertrouwt Arij met Deliaan Ariens Vletter. Slechts 2 kinderen komen er uit dit huwelijk voort beid genaamd Leendert zal de eerste jong gestorven zijn. Het derde huwelijk is met Cornelia Pieters Stam voltrokken op 26 aug 1745.
Vaak wordt deze Ary geplaatst als zoon van Teunis en Jannigje met doopdatum 26 juni 1678. Vele zien echter de zoon van Teunis Teunisse en Duyfje Pietersdr over het hoofd te weten Ary Teunisse gedoopt 2 nov 1687. Deze tweede Ary zou qua leeftijd bij het eerste huwelijk met Jannigje Blom, 24 jaar oud zijn geweest dus prima geschikt als huwelijkskandidaat. Teunis en Duyfje hadden nog een zoon genaamd Pieter gedoopt op 8 april 1685. Zowel Ary als Pieter dopen hun eerste kind (een meisje) Dirkje. Naar hun jong overleden moeder?. Pieter teunisse is getuige bij de doop van Dirkje (12 juni 1712) de dochter van Ary Teunisse en Jannigje Blom (zijn eerste vrouw). En Ary Teunisse is getuige bij de doop van Dirkje (26 oktober 1709) dochter van Pieter Teunisse. Een duidelijke indicatie dat het hier om broers gaat. Als de eerste dochter Dirkje is overleden is Ary wederom getuige bij de doopt van de tweede dochter Dirkje (28 juni 1716) van Pieter Teunisse. Nu wordt ook Ary's tweede vrouw Delia Ariens als getuige genoemt. Delia is wederom getuige bij het 10e kind van Pieter genaamd Neeltje (1724).
Als laatste aanwijzing noem ik de derde huwelijksdatum; 26 aug 1745. Als Ary de zoon van Teunis en Jannigje zou zijn zou hij op dat moment 66 jaar oud zijn geweest tegen 57 voor de zoon van Teunis en Duyfje.
Ik geef toe dat de bewijsvoering niet ijzersterk is, maar als Ary en Pieter broers zijn klinkt de vernoeming van hun eerste dochter Dirkje zeer aannemelijk en is ook de wederzijdse vermelding van doopgetuige logisch. Voor Ary als zoon van Teunis en Jannigje is de vernoeming van de dochter Dirkje onlogisch zijn. Zijn broer Teunis en zuster Jannichje vernoemen hun oudste dochter naar hun moeder/oma (Jannichje).
Wat er dan van Ary Teunisse zoon van Teunis en Jannichje is geworden is helaas onbekend.
Al enige jaren doe ik onderzoek naar mijn stamboom. Onder de naam blog.fam-ambachtsheer.nl en blog.fam-vanaalderen.nl publiceerde ik zo nu en dan over diverse vondsten die ik heb gedaan bij mijn onderzoek naar deze familienamen. In deze blog wil ik het zelfde doen voor alle bijzonderheden die ik heb gevonden over mijn eigen voorouders.
zondag 27 december 2009
De huwelijken van Teunis Teunisse Ambachtsheer
Wie onderzoek doet naar de geslachtsnaam Ambachtsheer komt vaak uit bij Teunis Teunise Ambachtsheer en Jannigje Cornelis. Afhankelijk van welke bron met uiteindelijk gebruikt komt hier echter niet altijd dezelfde gezinssamenstelling naar boven dit geldt dan voornamelijk voor hun zoon Teunis Teunisse Ambachtsheer. Verwarring is immers snel verkregen als men beseft dat er gelijktijdig in Hardinxveld meerdere personen Teunis Teunisse leefde. (vader en zoon Ambachtsheer/Klophamer, TT Wervenbosch en nog enkele). Als de heren dan ook nog eens de zelfde namen gebruiken bij hun kinderen, wordt het juist plaatsen van personen wat lastig.
Nu zijn er natuurlijk diverse goede bewerkingen van de bronnen mbt Hardinxveld gemaakt, maar het blijft natuurlijk nodig deze in de originele bronnen te verifieren. Gelukkig is heden tendage eenvoudig nu de doopboeken van Hardinxveld en Giessendam online zijn te raadplegen via http://cms.dordrecht.nl/stadsarchief (ja het is even zoeken maar ze staan er echt). De gezinsreconstructies zoals deze door H. de Bruijn en J. Hartog zijn samengesteld vormen echter de basis voor de correcte reconstructie van 3 generaties Teunis Teunisse Ambachtsheer. De originele DTB boeken zijn het hulpmiddel om de gevonden informatie te verifieren. Tot slot vormen de indices samengesteld door A.J. Stasse een belangrijke bron om de losse eindjes aan elkaar te knopen.
Om de twee gezinnen van Teunis Teunisse Ambachtsheer te reconstrueren is het belangrijk de diverse Teunis Teunisse uit elkaar te kunnen houden. Ik gebruik daarvoor naar doopdatum geordend de aanduiding Teunis Teunisse I, Teunis Teunisse II en Teunis Teunisse III. De toevoeging is louter om de personen uit elkaar te kunnen houden en heeft verder geen enkele betekenis. We beginnen met de bewerking van H. de Bruijn die een complete gezinsreconstructie van Hardinxveld heeft gemaakt van grofweg de 17e eeuw. We vinden daarin de volgende belangrijke vermeldingen:
Gezin B en C blijken om hetzelfde gezin te gaan. Dit vinden we terug in indices nr 10 van Arie Jan Stasse. Hij vermeldt:
Laten we eerst het gezin van Teunis en Sijkje Cornelis compleet maken. We doen dit aan de hand van de generale index van het Nationaal Archief van de doopboekenn van Zuid Holland. Deze gehele index is ook op DVD uitgebracht hetgeen het zoeken een stuk makkelijker maakt. Via de originele DTB boeken verifieren we de informatie en vinden we de getuigen.
Het gezin wordt nu:
Het is duidelijk dat Teunis Teunisse I het lijk van 1698 met zijn. Nu zitten we even voor een dilemma. In october 1724 was Teunis Teunisse III bijna 18 jaar, misschien net oud genoeg om het lijk van zijn vader aan te geven. In 1740 zou echter Teunis Teunis II 74 jaar oud zijn geworden. Het is dus goed mogelijk dat Teunis Teunisse III waar we verder geen kinderen van terug kunnen vinden zeer jong is overleden en door zijn vader is aangegeven. Aan de andere kant was Teunis Teunisse III in 1740 pas 33 jaar oud en dus ook nog vrij jong. Dit is belangrijk omdat er geen gezin van deze Teunis Teunisse III in de doopboeken is terug te vinden.
Het is duidelijk dat de aanname dat het lijk van 1724 Teunis Teunisse II is een huwelijk met Geertje Brandwijk (1726) onmogelijk maakt. Dat zou dus een indicatie kunnen zijn dat het lijk van 1724 Teunis Teunisse III moet zijn. Om wat meer zekerheid te verkrijgen zoeken we in de Gaardersarchieven van Hardinxveld (archiefnummer 637) de vermelding van het Huwelijk van TT en Geertje Brandwijk op en kijken naar het merk waarmee TT tekent. We zoeken ook de aangifte van TT in 1724 op en zien met welk merk TT daar tekent.
We zien niet direct een duidelijke overeenkomst maar de eenvoud van het merkteken geeft ook niet definitief aan dat dit verschillende Teunis Teunisse betreft. De vraag welke Teunis in 1724 overleed en welke in 1740 is dus helaas niet zonder twijfel beslecht. We houden het er op dat Teunis Teunisse III in 1724 is overleden en zijn vader in 1740 en ook dat zijn vader (Teunis Teunisse II) in 1726 is hertrouwt.
We hebben echter nog een laatste optie voor het vergelijken van het merkteken. We zoeken het aangeven van de begravenis van Sijgje Cornelis, de tweede vrouw van Teunis Teunisse II, in het Gaardersarchief.
En zie we zien een verbluffende overeenkomst tussen het merk van Teunis Teunisse Ambachtsheer die het lijkt van Sijgje Cornelisdr aangeeft en Teunis Teunisse die het lijkt van Teunis Teunisse III aangeeft. Wederom is er geen duidelijkheid of het het zelfde merkteken is als de Teunis Teunisse die trouwt met Geertje Claase.
Nu zijn er natuurlijk diverse goede bewerkingen van de bronnen mbt Hardinxveld gemaakt, maar het blijft natuurlijk nodig deze in de originele bronnen te verifieren. Gelukkig is heden tendage eenvoudig nu de doopboeken van Hardinxveld en Giessendam online zijn te raadplegen via http://cms.dordrecht.nl/stadsarchief (ja het is even zoeken maar ze staan er echt). De gezinsreconstructies zoals deze door H. de Bruijn en J. Hartog zijn samengesteld vormen echter de basis voor de correcte reconstructie van 3 generaties Teunis Teunisse Ambachtsheer. De originele DTB boeken zijn het hulpmiddel om de gevonden informatie te verifieren. Tot slot vormen de indices samengesteld door A.J. Stasse een belangrijke bron om de losse eindjes aan elkaar te knopen.
Om de twee gezinnen van Teunis Teunisse Ambachtsheer te reconstrueren is het belangrijk de diverse Teunis Teunisse uit elkaar te kunnen houden. Ik gebruik daarvoor naar doopdatum geordend de aanduiding Teunis Teunisse I, Teunis Teunisse II en Teunis Teunisse III. De toevoeging is louter om de personen uit elkaar te kunnen houden en heeft verder geen enkele betekenis. We beginnen met de bewerking van H. de Bruijn die een complete gezinsreconstructie van Hardinxveld heeft gemaakt van grofweg de 17e eeuw. We vinden daarin de volgende belangrijke vermeldingen:
gezin A:
Teunis Teunis KLOPHAMER/AMBACHTSHEER, onder Hardinxveld beide bel. 1-4-1668
Jannigje Cornelis
o.a.#
10- 2-1664 Anthonis g.Dirck Claes, Pieter Nanningen, Leentje Fransen
11- 4-1667 Cornelia Cornelis Cornelisse, Stijntje AS, Marichje Cornelis op Hardinxveld
23- 3-1674 Jannigjen
- 3-1676 Cornelis (Cornelis Teunis AMBACHTSHEER, bel. 2-10-1699)
26- 6-1678 Arijen Aert Teunissen, Teunis Lauwen, Maggeltie Willems
8- 9-1680 Lijntie Jannigjen Arijens, " " , " "
gezin B:
Teunis Teunis, beide bel. 30-9-1685
Duijfje Pieters
#
8- 4-1685 Pieter g.Teunis Teunis, Willem Pieters, Geertruij Pieters
2-11-1687 Arij Teunis Lauwen, Cornelia Teunis
Gezin C:
Teunis Teunisse (AMBACHTSHEER?) tr. 14-1-1691 Hardinxveld
Sijken Cornelis, bel. 6-4-1692.
o.a.#
2-12-1691 Balten g.Jan Cornelisse, Marighje Ariens
26-12-1694 Jannichje Cornelis Teunis, Jannigje Teunis
Gezin B en C blijken om hetzelfde gezin te gaan. Dit vinden we terug in indices nr 10 van Arie Jan Stasse. Hij vermeldt:
Teunis Teunisse Ambagtsheer, wednr. van Duijfjen Pietrs, won. op Hv, otr. Puttershoek 22.12.1690 Zijgje Corneils, j.d won. op Puttersohek. et. Arien ....ss Koijmans,Cornelia TeunisVaak zien we bij Teunis Teunisse II (hoofd gezin B en C) nog een huwelijk vermeld met Geertje Brandwijk (wed van Arie Knelis Blom) dd 28 juli 1726. De bron hiervan is een bewerking van J. M. Boskoop uit 1949 van de huwelijksregisters 1724-1735 van Hardinxveld berustende bij de predikant te H. Deze bewerking is te vinden in de verzameling doopboeken van het Nationaal Archief. Arie Jan Stasse melde dat dit een fout is en dat het een huwelijk van Arie Teunisse zou moeten zijn. We kunnen dit huwelijk echter wel terug vinden in het Gaardersarchief van Hardinxveld (637) hetgeen het toch aannemelijk maakt dat meneer Boskoop het bij het juiste eind heeft.
Laten we eerst het gezin van Teunis en Sijkje Cornelis compleet maken. We doen dit aan de hand van de generale index van het Nationaal Archief van de doopboekenn van Zuid Holland. Deze gehele index is ook op DVD uitgebracht hetgeen het zoeken een stuk makkelijker maakt. Via de originele DTB boeken verifieren we de informatie en vinden we de getuigen.
Het gezin wordt nu:
Gezin C:We hadden al geconstateerd dat Teunis van gezin B en C de zelfde zijn. Zonder verder diep op dit punt in te gaan nemen we aan dat Teunis Teunisse II gelijk is aan de zoon Anthonis van Teunis Teunisse I. In de indices nr 3 van Arie Jan Stasse vinden we drie vermeldingen in de impost begraven teweten; Teunis Ambagtsheer (28-12-1740), Theunis Theunisse Ambagtsheer 15-6-1698 (aangegeven door Jannigje Cornelis) en Theunis Theunissen Ambachtsheer 20-10-1724 (aangegeven door Theunis Theunisse Ambachtsheer).
Teunis Teunisse (AMBACHTSHEER?) tr. 14-1-1691 Hardinxveld
Sijken Cornelis, bel. 6-4-1692.
o.a.#
2-12-1691 Balten g.Jan Cornelisse, Marighje Ariens
26-12-1694 Jannichje get. Cornelis Teunis, Jannigje Teunis
25-11-1696 Lijntje get. Sint Jans en Marichje Arijens
11-04-1699 Teuntje get. Cornelis Teunis en Lijntje Teunis
30-06-1702 Cornelis get. Pieter Teunis en Lijntje Teunis;moeder Sijchje Balten
12-03-1707 Teunis g. Nanning Cors, Ad.. Lauwe
Het is duidelijk dat Teunis Teunisse I het lijk van 1698 met zijn. Nu zitten we even voor een dilemma. In october 1724 was Teunis Teunisse III bijna 18 jaar, misschien net oud genoeg om het lijk van zijn vader aan te geven. In 1740 zou echter Teunis Teunis II 74 jaar oud zijn geworden. Het is dus goed mogelijk dat Teunis Teunisse III waar we verder geen kinderen van terug kunnen vinden zeer jong is overleden en door zijn vader is aangegeven. Aan de andere kant was Teunis Teunisse III in 1740 pas 33 jaar oud en dus ook nog vrij jong. Dit is belangrijk omdat er geen gezin van deze Teunis Teunisse III in de doopboeken is terug te vinden.
Het is duidelijk dat de aanname dat het lijk van 1724 Teunis Teunisse II is een huwelijk met Geertje Brandwijk (1726) onmogelijk maakt. Dat zou dus een indicatie kunnen zijn dat het lijk van 1724 Teunis Teunisse III moet zijn. Om wat meer zekerheid te verkrijgen zoeken we in de Gaardersarchieven van Hardinxveld (archiefnummer 637) de vermelding van het Huwelijk van TT en Geertje Brandwijk op en kijken naar het merk waarmee TT tekent. We zoeken ook de aangifte van TT in 1724 op en zien met welk merk TT daar tekent.
We zien niet direct een duidelijke overeenkomst maar de eenvoud van het merkteken geeft ook niet definitief aan dat dit verschillende Teunis Teunisse betreft. De vraag welke Teunis in 1724 overleed en welke in 1740 is dus helaas niet zonder twijfel beslecht. We houden het er op dat Teunis Teunisse III in 1724 is overleden en zijn vader in 1740 en ook dat zijn vader (Teunis Teunisse II) in 1726 is hertrouwt.
We hebben echter nog een laatste optie voor het vergelijken van het merkteken. We zoeken het aangeven van de begravenis van Sijgje Cornelis, de tweede vrouw van Teunis Teunisse II, in het Gaardersarchief.
En zie we zien een verbluffende overeenkomst tussen het merk van Teunis Teunisse Ambachtsheer die het lijkt van Sijgje Cornelisdr aangeeft en Teunis Teunisse die het lijkt van Teunis Teunisse III aangeeft. Wederom is er geen duidelijkheid of het het zelfde merkteken is als de Teunis Teunisse die trouwt met Geertje Claase.
zaterdag 12 december 2009
De kinderen van Pouwel Assies
Deze keer een reprint van een brief uit 1988 waarin Jan van Hunnik zijn bevindingen weergeeft m.b.t. de eerste generatie in Zwolle die zich van Aalderen noemt.
Mr. C. J. van Hunnik
Aan: Hubert van Aalderen
Utrecht, 21 augustus 1988
Geachte heer Van Aalderen,
met excuses voor de vertraging krijgt U hierbij dan het beloofde verslag van hetgeen ik aan genealogische feiten en vermoedens omtrent onze voorvader Hendrik Pauwelsz cs gevonden heb tijdens mijn bezoek op 5 augustus jl. aan het gemeentearchief van Zwolle.
Onze ontmoeting aldaar in april was puur toeval, want ik was er al in jaren niet meer geweest. Maar uw geweldige vondsten en het vermoeden dat in de verstreken jaren het alfabetische kaartenbak systeem waarschijnlijk behoorlijk uitgebreid zou zijn hadden me nieuwsgierig gemaakt. Die middag in april was inderdaad zo veelbelovend dat ik concludeerde dat het de moeite waard zou zijn er eens een hele vrije dag door te brengen. Dat is dan 5 augustus jl geworden.
Uitgangspunt bij mijn zoeken was het fraaie geheel aan feiten omtrent de Van Aalderens zoals u het vastgesteld hebt: Hendrik Pauwelsz die als weduwnaar op de Nijstad op 1 juli 1679 te Zwolle trouwt met Mechteld Jacobs en daarna tenminste acht kinderen in Zwolle laat dopen.
Volledige zekerheid over het eerdere huwelijk van Hendrik Pauwelsz zal er wel nooit kunnen komen, maar ik meen dat er voldoende gronden zijn om met u aan te nemen dat het op 13 nov 1677 gesloten huwelijk van een Hendrik Pauwelsz met Trijne Jans wel degelijk onze Hendrik betreft. Het is immers een logisch relaas: Hendrik Pauwelsz heet in 1677 jongeman van Heino (waar het goed ‘De Alerdink’ ligt) hij komt in 1678 met attestatie uit Heino naar Zwolle (zie lidmatenboek 1, blz. 277) en woont in 1679 bij tweede huweiijk inderdaad te Zwolle, nl. op de Nijstad, terwijl zijn nakomelingen zich enkele tientallen jaren later van Alerdink, van Aalderink en van Aalderen gaan noemen. En een andere Hendrik Pauwelsz, een eventuele naam- en tijdgenoot die verwarring zou kunnen geven vond ik niet (over een Hendrik Pauwelsz X Jenneke Jans zal ik straks nog wat zeggen!!). Het lijkt mij derhalve dat we gevoegelijk aan kunnen nemen dat de man van Trijne Jans en de weduwnaar die met Mechteld Jacobs trouwde een en dezelfde persoon zijn. Dan kom ik nu aan een gegeven dat ik 14 april jl. op de valreep in de kaartenbak vond: Hendrik Pauwelsz, man van Trijne Jans, maakte 26 aug 1678 te Zwolle zijn testament. Het fiche vermeidde dat het testament de bladzijden 242-244 besloeg. Dat betekende dat het te lang was om een doorsnee testament op de langstlevende te zijn; die beslaan meestal minder ruimte. Er moet dus meer instaan en juist dat feit deed mij besluiten terug te gaan en het testament in originali in te zien. En dat bleek de moelie waard te zijn: Hendrik Pauwelsz en Trijne Jans, Echtelieden, maakten inderdaad elkaar over en weer tot erfgenaam, maar bovendien liet Hendrik honderd gulden en al zijn kleren als legaat na aan zijn vader Pouwel Assies. Mocht vader Pouwel op Hendrik’s sterfdag niet meer in leven zijn, dan zou hetzelfde legaat gaan naar Hendrik’s broers en zusters (van wie zo jammer!!- niet de namen werden genoemd). Trijne Jans deed iets dergelijks: zij bestemde een legaat voor haar twee zusters, die WEL met name werden genoemd, nl. Aeltie Jans en Anna Jans. Conclusie: Hendrik’s vader heette Pouwel Assies en was in elk geval op 26 aug 1678 nog in leven, Hendrik had meerdere broers en zusters (tenminste twee van elk!) en bovendien was er nu een logische verklaring voor de voornaam van Hendrik’s oudste zoon: Assuerus is immers de officiele vorm van de volkse voornaam Asse of Asje. Onze voorvader van 1683 was blijkbaar NAAR ZIJN OVERGROOTVADER genoemd. Dat een in leven zijnde grootvader bij de vernoeming werd overgeslagen komt vaker voor, vooral in conservatieve gemeenschappen. Er leefde blijkbaar nog het oude heidense idee dat met de naam iets van de kracht over zou gaan van de vernoemde en dat deze er door zou verzwakken; een naam had een zekere magische kracht en wie over de naam kon beschikken, kon de drager schaden, denkt u maar aan het sprookje van Repelsteeltje.
Mijn volgende stap was in de kaartenbak te kijken of er iets over een Pouwel Assies in te vinden was. Dat was een gok, maar inderdaad vermeldde een fiche: Pouwel Assies komt juni 1692 met attestatie van Zwolle vanuit....Heino!! Heb daarna dit in origineel (op microfiche) nagezien, waarbij bleek dat tegelijk met Pouwel Assies ene Batien Lubberts ook met attestatie van Heino naar Zwolle kwam. De twee namen Pouwel Assies en Batien Lubberts staan door een accolade verbonden maar er staat geen EL (- echtelieden) bij, zodat ik vermoed dat, zo Batien al iets met Pouwel te maken had, ze waarschijnlljk niet zijn vrouw was. Misschien een dienstbode of zelfs iemand die alleen maar toevallig tegelijk met Pouwel ult Heino naar Zwolle kwam.
Verder bleek Pouwel Assies nog eens vermeld te worden in de kaartenbakken. Op 18 juli 1690 maakten Evertje Pouwels en Hermen Mensing, Echtelieden, een mutueel testament "op de langstlevende" en -net als bij Hendrik Pouwelsz- werd er, nu dus door Evertje Pouwels een legaat (van dertig gulden) gemaakt t.b.v. haar vader Pouwel Assies. ik ben geneigd in Evertje dan ook een zuster van Hendrik Pouwelsz te zien. Van Evertje vond ik verder: trouwde 10 april 1686 te Zwolle als jongedochter op den Dijk met Hermen Mensing, weduwnaar op het Eilant. Op 31 juli 1690 lieten ze in Zwolle een dochter Aaltje dopen. Blijkbaar werd het testament gemaakt toen Evertje hoogzwanger was. Het kwam vaker voor dat net voor de eerste bevalling (in die tijd een risicovolle gebeurtenis!) testament werd gemaakt. De voornaam Aaltje komt overigens ook voor onder de kinderen van Hendrik Pouwelsz! Verder vermocht ik niets te vinden van het echtpaar Mensing X Pouwels.
Vervolgens ben ik gaan zoeken naar lieden die a) de achternaam cq het patronym Pouwels voerden en b) een zoon Asse/Assuerus hadden. Ook dat had resultaat: er kwam er een uit de bus en zijn gegevens luiden alsvolgt: Gerrit Pouwelsz, in 1684 jongeman van Lente (-- een gehucht bij Wijthmen en niet ver ten noorden van de Alerdink!), trouwde Zwolle 20 april 1684 met Hendrikje Aloffs, jongedochter van Zwolle. Hun kinderen:
1) Aaltje, gedoopt Zwolle 26 mrt 1685
2) Alof, gedoopt Zwolle 23 sept 1686
3) Alof, gedoopt Zwolle 20 mrt 1689
4) Asje, gedoopt Zwolle 13 april 1690
5) Henricus, gedoopt Zwolle 25 april 1693
6) Aaltie, gedoopt Zwolle 23 aug 1696
Hierbij vallen twee dingen op: A) Ondanks zijn patronym Pouwelsz is er geen zoon Paulus bij de kinderen, maar wel (na de vernoeming van schoonvader Alof, dus als zijn familiekant weer aan de beurt is) een zoon Asje (Assuerus). En B) Het tweede kind (tevens oudste zoon en stamhouder) heet Alof, dus naar haar kant, zodat men vrijwel zeker kan concluderen dat het oudste kind dan naar zijn kant moet heten, vermoedelijk dus naar zijn moeder en dat is weer de naam Aaltje die we ook tegenkwamen bij Hendrik Pouwelsz en Evertje Pouwels. Pouwel Assies zal dus met ene Aaltje getrouwd geweest zijn. We zullen heel verrassend zo meteen Gerrit Pouwelsz en zijn gezin in een andere context nog eens tegenkomen en wel zodanig dat voor mij 100% zeker is dat hij een broer was van Hendrik Pouwelsz.
Eerst nog even lets anders: ik zocht ook nog op de combinatie "van Lente" en het patronym Pouwels. Gok dat leverde nog wat op en wel: Fennigje Pouwels, jongedochter van Lente, trouwde Zwolle 1 aug 1674 met Gerrit Hendriksz, met bovendien de toevoeging: de proclamaties gaan ook Ter Heijn (= tot Heino). Waaruit blijkt dat Lente onder het kerspel Heino viel (hoewel soms naar Dalfsen wordt verwezen).
Ook werd ik hooglijk geintrigeerd door het huwelijk van Hendrik Pouwelsz’s dochter Mechteld (gedoopt Zwolle 1 april 1690) met een naamgenoot, nl. Henricus van Alerdink. Omdat de naam Van Alerdink/Van Aalderink etc zo nieuw was (hij komt immers pas na 1700 voor en Mechteld en Henricus trouwden in 1718) zou Mechteld met zeer nabij verwant persoon getrouwd geweest moeten zijn, anders had deze nooit, net als zij, de immers zo nieuwe achternaam Van Alerdink kunnen voeren. Dus besloot ik naar Henricus doop te zoeken in Zwolle. De twee oudste kinderen uit het huwelijk van Henricus van Alerdink en zijn vrouw (en naamgenote) Mechteld van Alerdink heetten Gerrit en Hendrikus. En aangezien Mechteld’s vader Hendrik (Hendrik Pouwelsz) heette zou hij een zoon geweest moeten zijn van een Gerrit. En wanneer ze inderdaad nauw verwant waren, zou zijn vader een Gerrit Pouwelsz geweest moeten zijn, anders was niet te verklaren waarom beide echtelieden Van Alerdink heetten, de link moest immers aan de zijde van de respectievelijke vaders zitten. En -heel verrassend- de enige Gerrit Pouwelsz die tussen 1670 en 1700 een zoon Hendrik had laten dopen was de al eerder genoemde Gerrit Pouwelsz, jongeman van Lente en man van Hendrikje Aloffs!!! Dus lijkt het mij zeker dat de op 25 april 1693 in Zwolle gedoopte Henricus, zoon van Gerrit Pouwelsz identiek is met de man van Mechteld van Alerdink en dus tevens haar volle neef.
Ik heb nog gepoogd via een andere weg deze verwantschap bewezen te krijgen. In het gewest Gelderland was naar ik wist een voorschrift van kracht geweest dat een huwelijk tussen nabije bloedverwanten pas toeliet na het verlenen van dispensatie door het Hof van Gelderland en al deze dispensaties zijn indertijd gepubliceerd. Een oppervlakkig onderzoek naar het bestaan van een dergelijk voorschrift in het gewest Overijssel leverde tot nu toe nog geen resultaat op, maar misschien stuit u er nog eens op. En als dan aan Mechteld en Henricus een dispensatie wordt verleend wegens huwelijk "tussen broederskinderen" (zoals dat officieel heette), dan is er echt een bewijs dat Gerrit Pouwelsz en Hendrik Pouwelsz broers waren (iets waar ik overigens niet aan twijfel, maar een mens ziet graag een definitief bewijs!).
Voorts intrigeerde mij het voorkomen van een Hendrik Pouwelsz die -getrouwd met een Jenneke Jans- op 27 juni 1680 te Zwolle een dochter Catrina liet dopen. Hoe ik ook zocht, ik vond verder geen enkel spoor van deze Hendrik Pouwelsz. Alleen maar van onze Hendrik Pouwelsz en zijn Mechteld Jacobs, die overigens wel weduwnaar was van een Jans (nl. Trijne Jans). Het vermoeden van een verschrijving bij het noteren van de naam van de moeder van de dopelinge kwam toen bij me op. En daarmee het idee dat Catrina wel degelijk bij het gezin van Hendrik Pouwelsz X Mechteld Jacobs hoort. Voor deze stelling zijn trouwens nog drie goede argumenten aan te voeren: a) tussen Hendriks huwelijksdatum (1 juli 1679) en de doop van zijn eerste kind (Jenneke op 10 oct 1681) zit een "gat". En daarin zou wonderwel de doop van Catrina van 27 juni 1680 passen. De reeks huwelijk juli 1679-kind juni 1680-kind okt 1681-kind aug 1683 is dan tenminste regelmatig; b) de Geschwister Van Aalderen noemden allen een of meer dochters Catrina (Assuerus op 18 april 1720 en op 16 nov 1723, Jacobus op 20 aug 1719, Mechteld op 12 april 1731 en Hermannus op 21 mei 1730 en op 23 oct 1732). Vanwaar deze grote verknochtheid aan de voornaam Catharina, die nergens in de familie voorkomt? Zou het hebben van een oudste zuster met die voornaam misschien een verklaring zijn?; en c) het kwam hier te lande vaak voor dat het oudste kind uit een tweede huwelijk de voornaam kreeg van de overleden eerste vrouw of man van vader of moeder. Catrina zou dan vernoemd zijn naar Trijne Jans, de jongoverleden eerste vrouw van haar vader Hendrik Pouwelsz.
Ik denk dat we derhalve de mogelijkheid dat de dopeling van 27 juni 1680 ook bij het gezin van Hendrik Pouwelsz en Mechteld Jacobs hoort serieus moeten nemen.
Tenslotte nog het jongste kind van Hendrik Pouwelsz: dat was de in 1699 geboren Janna. Van haar vond ik op de naam Van Aalderen + varianten niets, wel vond ik: Janna Aalering, gehuwd met Jan Thijsz Steenbergen, laten dopen 1) Annigje (Zwolle 16 dec 1729) en 2) Claas (Zwolle 30 oct 1732). Of zij identiek is met Janna ult 1699 kon ik door tijdgebrek niet uitvinden, maar het is niet uitgesloten. Nader onderzoek zou uitsluitsel kunnen geven.
Het (uitgetypte) doopboek van Zwolle heb ik geheel doorgelezen van 1648 t/m 1664, maar ik vond geen Mechteld Jacobs die in aanmerking komt als onze voormoeder. Alleen een Mechteld, dochter van Jacob Hagedoorn en Willentien Sel (gedoopt Zwolle 30 jan 1657) Omdat de voornaam Willempje onder de kinderen van Hendrik Pouwelsz en Mechteld Jacobs niet voorkomt, lijkt deze Mechteld Hagedoorn niet identiek met de latere vrouw van Hendrik Pouwelsz. De naam Sel ken ik trouwens ook van elders. Dat was in de 17e eeuw een schippersfamilie met hoofdzakelijk vaste woonplaats in Dordrecht en Tiel. Echte "zwervers" dus. Mechteld Jacobs heette trouwens bij huwelijk jongedochter van Oldeneel, welk gehucht dichtbij de kerk van Windesheim ligt. De doopboeken van Windesheim beginnen in 1659, waarschijnlijk net te laat om de doop van Mechteld te bevatten maar misschien lieten haar ouders (Jacob N. en Jenneke N??) er wel andere kinderen dopen vanaf 1659?
Ik Heb me ook nog even verdiept in de getuigen bij de diverse Van Aalderen huwelijken. Daar kwam een interessant feit uit: bij de ondertrouw van Mechteld (Zwolle 2 april 1718) met Henricus van Alerdink werd vermeld: haar getuige de moeder, zijn getuige de stiefvader. Dus leefde Mechteld Jacobs nog op 2 april 1718; Gerrit Pouwelsz was blijkbaar voor die datum reeds overleden en Hendrikje Aloffs was hertrouwd. Er zou nog uit te zoeken zijn met wie en wanneer Hendrikje Aloffs hertrouwde om zodoende Gerrit’s overlijdensjaar (zijn laatste kind werd gedoopt op 23 aug 1696) enigszins te bepalen.
Met betrekking tot Hendrina Morren, de vrouw van Assuerus van Aalderen, moet ik iets rechtzetten. ik had op 5 augustus (i.t.t. 14 april) meer tijd het gezin van haar ouders Gerrit Morren en Grietje Scholte te reconstrueren. Daar kwam het volgende uit: Gerrit Hendriksz Morren, huwde Zwolle 30 mei 1671 Grietje Jansen Scholte, j.d. in de Walstraat; kinderen:
1) Geertruyt, gedoopt Zwolle 5 mrt 1672
2) Johannes, gedoopt Zwolle 2 mrt 1673
3) Geertruyt, gedoopt Zwolle 12 mrt 1676
4) Geertruyt, gedoopt Zwolle 6 oct 1677
5) Berent, gedoopt Zwolle 16 oct 1679
6) Janna, gedoopt Zwolle 15 mrt 1681
7) Berent, gedoopt Zwolle 16 feb 1683
8) Hendrik, gedoopt Zwolle 14 april 1685
9) Hendrina, gedoopt Zwolle 4 nov 1686
10) Hendrina, gedoopt Zwolle 28 mel 1688
11) Hendricus, gedoopt Zwolle 17 jan 1692
U ziet het al waarschijnlijk, de Hendrina van 1686 is een jonggestorven kind, onze voormoeder is derhalve de dopeling van 28 mei 1688. De reeks kinderen is regelmatig op een "gat" na tussen het tweede en derde kind. Doorlezing van het doopboek van december 1673 tot ongeveer juni 1675 zou misschien nog een kind aan het licht kunnen brengen.
Tenslotte vond ik nog het nodige over mijn Buisman-voorouders, maar daar stamt u niet vanaf, dus dat laat ik hier weg. Wel van belang voor U zijn de voorouders Hellendoorn. Daarvan vond ik:
Gerrit Jansz van Hellendoorn, zie testament Zwolle 26 feb 1688;
huwde I. Annigje Willems, overl. tussen 1661 en 1667
huwde II. (Zwolle 11 juni 1667 als wednr wonend bij de Diezerpoort) Berentien Arents, weduwe van Jan ten Have.
Kinderen uit het eerste huweiijk:
1) J(oh)annes, zie onder
2) Annigje, gedoopt Zwolle 27 jan
Kinderen uit het tweede huwelijk:
3) Anna Margrieta, gedoopt Zwolle
4) Joanna
5) Lubbertus, gedoopt Zwolle 17 nov 1671; huwde Berentien 1661 29 jan 1668
6) Aleida
7) Anna Margrieta, gedoopt Zwolle 26 feb 1688
Johannes Hellendoorn, geboren ca. 1655 (doop niet gevonden); huwde Zwolle 6 nov 1681 Hermpje Willems, gedoopt Zwolle 1 april 1660, dochter van Willem Arentsz en Derkje Jans. Uit dit huwelijk naast onze voorvader Wieldert (1693-1771) o.a. als oudste kind Arent (gedoopt Zwolle 12 sept 1682; ook hier weer die vernoeming naar een overgrootvader en NIET naar een grootvader!) en een Anna Margrieta (gedoopt Zwolle 19 mel 1684 en op 3 mei 1711 te Zwolle gehuwd met Jan Cornelisz van den Bosch). Het veelvuldig voorkomen van de voornamen Anna Margrieta is misschien een houvast bij verder onderzoek?
Kort samengevat kom ik tot de volgende globale opstelling:
Pouwel Assies, geb. verm. ca. 1620, woonde onder Heino, verhuisde in 1692 naar Zwolle, overl. na juni 1692; huwde met Aaltje N. Kinderen:
1) Hendrik Pouwelsz, huwde I.(1677) Trijne Jans, overl. 1678/’79; huwde II.(1679) Mechteld Jacobs, welke 2 april 1718 nog leeft. Zijn nakomelingen in mannelijke lijn noemde zich Van Aalderen.
2) Gerrit Pouwelsz, huwde 1684 Hendrikje Aloffs; uit dit huwelijk zes kinderen; hij overleed tussen 1696 en 1718. Zijn nakomelingen in mannelijke lijn noemden zich Van Aalderen.
3) Fennigje Pouwels, huwde 1674 Gerrit Hendriksz.
4) Evertje Pouwelsz, huwde 1686 Hermen Mensing.
Er zal dus gezien de uitdrukking "broers en zusters" in het testament van Hendrik Pouwelsz in 1678 tenminste nog een zoon van Pouwel Assies volwassen geworden moeten zijn. ik vond hem niet te Zwolle. Misschien Is hij te Heino of omgeving gebleven. Om hem te vinden is doorzoeken van de doopboeken van Heino op een N. Pouwelsz die daar kinderen liet dopen nog een mogelijkheid.
Misschien ook dat onderzoek in de archieven van Heino op het rijksarchief in de provincie Overijssel aanknopingspunten geeft. Er is naar ik meen een hoofdgeldregister ult 1675 en misschien zijn er nog andere stukken. Ook onderzoek in de (in 1694 beginnende?) DTB-boeken van Heino naar mensen met de voornaam Asse of het patronym Assien kan nog wat opleveren. In een heel ander verband vond ik bijvoorbeeld:
Jan Hendriks, jongman en zoon van Hendrik Asjes in Heino, trouwde 12 nov 1730 te Colmschate (bij Deventer) met attestatie van Heino en Dalfsen met Webbeken Gerrits, weduwe van Derk Lambertsz van der Krodden (Webbeken was in 1685 geboren en een zoon uit haar eerste huwelijk, Jan van der Krudden (geb. 1713) was de grootvader van mijn voormoeder Jenneke Krudde (1795-1832), de vrouw van Hermannus van Aalderen Assueruszn (1785-1831)).
In elk geval is er stof te over om hypotheses op te stellen en verder onderzoek te doen. Ik denk niet dat ik daar de komende tijd gelegenheid voor zal hebben, maar zo dat wel het geval is en er enig resultaat uitkomt zal ik het u zeker laten weten.
U alle goeds toewensend en veel succes bij verder onderzoek, eindig ik
met vriendelijke groet
Jan van Hunnik
Mr. C. J. van Hunnik
Aan: Hubert van Aalderen
Utrecht, 21 augustus 1988
Geachte heer Van Aalderen,
met excuses voor de vertraging krijgt U hierbij dan het beloofde verslag van hetgeen ik aan genealogische feiten en vermoedens omtrent onze voorvader Hendrik Pauwelsz cs gevonden heb tijdens mijn bezoek op 5 augustus jl. aan het gemeentearchief van Zwolle.
Onze ontmoeting aldaar in april was puur toeval, want ik was er al in jaren niet meer geweest. Maar uw geweldige vondsten en het vermoeden dat in de verstreken jaren het alfabetische kaartenbak systeem waarschijnlijk behoorlijk uitgebreid zou zijn hadden me nieuwsgierig gemaakt. Die middag in april was inderdaad zo veelbelovend dat ik concludeerde dat het de moeite waard zou zijn er eens een hele vrije dag door te brengen. Dat is dan 5 augustus jl geworden.
Uitgangspunt bij mijn zoeken was het fraaie geheel aan feiten omtrent de Van Aalderens zoals u het vastgesteld hebt: Hendrik Pauwelsz die als weduwnaar op de Nijstad op 1 juli 1679 te Zwolle trouwt met Mechteld Jacobs en daarna tenminste acht kinderen in Zwolle laat dopen.
Volledige zekerheid over het eerdere huwelijk van Hendrik Pauwelsz zal er wel nooit kunnen komen, maar ik meen dat er voldoende gronden zijn om met u aan te nemen dat het op 13 nov 1677 gesloten huwelijk van een Hendrik Pauwelsz met Trijne Jans wel degelijk onze Hendrik betreft. Het is immers een logisch relaas: Hendrik Pauwelsz heet in 1677 jongeman van Heino (waar het goed ‘De Alerdink’ ligt) hij komt in 1678 met attestatie uit Heino naar Zwolle (zie lidmatenboek 1, blz. 277) en woont in 1679 bij tweede huweiijk inderdaad te Zwolle, nl. op de Nijstad, terwijl zijn nakomelingen zich enkele tientallen jaren later van Alerdink, van Aalderink en van Aalderen gaan noemen. En een andere Hendrik Pauwelsz, een eventuele naam- en tijdgenoot die verwarring zou kunnen geven vond ik niet (over een Hendrik Pauwelsz X Jenneke Jans zal ik straks nog wat zeggen!!). Het lijkt mij derhalve dat we gevoegelijk aan kunnen nemen dat de man van Trijne Jans en de weduwnaar die met Mechteld Jacobs trouwde een en dezelfde persoon zijn. Dan kom ik nu aan een gegeven dat ik 14 april jl. op de valreep in de kaartenbak vond: Hendrik Pauwelsz, man van Trijne Jans, maakte 26 aug 1678 te Zwolle zijn testament. Het fiche vermeidde dat het testament de bladzijden 242-244 besloeg. Dat betekende dat het te lang was om een doorsnee testament op de langstlevende te zijn; die beslaan meestal minder ruimte. Er moet dus meer instaan en juist dat feit deed mij besluiten terug te gaan en het testament in originali in te zien. En dat bleek de moelie waard te zijn: Hendrik Pauwelsz en Trijne Jans, Echtelieden, maakten inderdaad elkaar over en weer tot erfgenaam, maar bovendien liet Hendrik honderd gulden en al zijn kleren als legaat na aan zijn vader Pouwel Assies. Mocht vader Pouwel op Hendrik’s sterfdag niet meer in leven zijn, dan zou hetzelfde legaat gaan naar Hendrik’s broers en zusters (van wie zo jammer!!- niet de namen werden genoemd). Trijne Jans deed iets dergelijks: zij bestemde een legaat voor haar twee zusters, die WEL met name werden genoemd, nl. Aeltie Jans en Anna Jans. Conclusie: Hendrik’s vader heette Pouwel Assies en was in elk geval op 26 aug 1678 nog in leven, Hendrik had meerdere broers en zusters (tenminste twee van elk!) en bovendien was er nu een logische verklaring voor de voornaam van Hendrik’s oudste zoon: Assuerus is immers de officiele vorm van de volkse voornaam Asse of Asje. Onze voorvader van 1683 was blijkbaar NAAR ZIJN OVERGROOTVADER genoemd. Dat een in leven zijnde grootvader bij de vernoeming werd overgeslagen komt vaker voor, vooral in conservatieve gemeenschappen. Er leefde blijkbaar nog het oude heidense idee dat met de naam iets van de kracht over zou gaan van de vernoemde en dat deze er door zou verzwakken; een naam had een zekere magische kracht en wie over de naam kon beschikken, kon de drager schaden, denkt u maar aan het sprookje van Repelsteeltje.
Mijn volgende stap was in de kaartenbak te kijken of er iets over een Pouwel Assies in te vinden was. Dat was een gok, maar inderdaad vermeldde een fiche: Pouwel Assies komt juni 1692 met attestatie van Zwolle vanuit....Heino!! Heb daarna dit in origineel (op microfiche) nagezien, waarbij bleek dat tegelijk met Pouwel Assies ene Batien Lubberts ook met attestatie van Heino naar Zwolle kwam. De twee namen Pouwel Assies en Batien Lubberts staan door een accolade verbonden maar er staat geen EL (- echtelieden) bij, zodat ik vermoed dat, zo Batien al iets met Pouwel te maken had, ze waarschijnlljk niet zijn vrouw was. Misschien een dienstbode of zelfs iemand die alleen maar toevallig tegelijk met Pouwel ult Heino naar Zwolle kwam.
Verder bleek Pouwel Assies nog eens vermeld te worden in de kaartenbakken. Op 18 juli 1690 maakten Evertje Pouwels en Hermen Mensing, Echtelieden, een mutueel testament "op de langstlevende" en -net als bij Hendrik Pouwelsz- werd er, nu dus door Evertje Pouwels een legaat (van dertig gulden) gemaakt t.b.v. haar vader Pouwel Assies. ik ben geneigd in Evertje dan ook een zuster van Hendrik Pouwelsz te zien. Van Evertje vond ik verder: trouwde 10 april 1686 te Zwolle als jongedochter op den Dijk met Hermen Mensing, weduwnaar op het Eilant. Op 31 juli 1690 lieten ze in Zwolle een dochter Aaltje dopen. Blijkbaar werd het testament gemaakt toen Evertje hoogzwanger was. Het kwam vaker voor dat net voor de eerste bevalling (in die tijd een risicovolle gebeurtenis!) testament werd gemaakt. De voornaam Aaltje komt overigens ook voor onder de kinderen van Hendrik Pouwelsz! Verder vermocht ik niets te vinden van het echtpaar Mensing X Pouwels.
Vervolgens ben ik gaan zoeken naar lieden die a) de achternaam cq het patronym Pouwels voerden en b) een zoon Asse/Assuerus hadden. Ook dat had resultaat: er kwam er een uit de bus en zijn gegevens luiden alsvolgt: Gerrit Pouwelsz, in 1684 jongeman van Lente (-- een gehucht bij Wijthmen en niet ver ten noorden van de Alerdink!), trouwde Zwolle 20 april 1684 met Hendrikje Aloffs, jongedochter van Zwolle. Hun kinderen:
1) Aaltje, gedoopt Zwolle 26 mrt 1685
2) Alof, gedoopt Zwolle 23 sept 1686
3) Alof, gedoopt Zwolle 20 mrt 1689
4) Asje, gedoopt Zwolle 13 april 1690
5) Henricus, gedoopt Zwolle 25 april 1693
6) Aaltie, gedoopt Zwolle 23 aug 1696
Hierbij vallen twee dingen op: A) Ondanks zijn patronym Pouwelsz is er geen zoon Paulus bij de kinderen, maar wel (na de vernoeming van schoonvader Alof, dus als zijn familiekant weer aan de beurt is) een zoon Asje (Assuerus). En B) Het tweede kind (tevens oudste zoon en stamhouder) heet Alof, dus naar haar kant, zodat men vrijwel zeker kan concluderen dat het oudste kind dan naar zijn kant moet heten, vermoedelijk dus naar zijn moeder en dat is weer de naam Aaltje die we ook tegenkwamen bij Hendrik Pouwelsz en Evertje Pouwels. Pouwel Assies zal dus met ene Aaltje getrouwd geweest zijn. We zullen heel verrassend zo meteen Gerrit Pouwelsz en zijn gezin in een andere context nog eens tegenkomen en wel zodanig dat voor mij 100% zeker is dat hij een broer was van Hendrik Pouwelsz.
Eerst nog even lets anders: ik zocht ook nog op de combinatie "van Lente" en het patronym Pouwels. Gok dat leverde nog wat op en wel: Fennigje Pouwels, jongedochter van Lente, trouwde Zwolle 1 aug 1674 met Gerrit Hendriksz, met bovendien de toevoeging: de proclamaties gaan ook Ter Heijn (= tot Heino). Waaruit blijkt dat Lente onder het kerspel Heino viel (hoewel soms naar Dalfsen wordt verwezen).
Ook werd ik hooglijk geintrigeerd door het huwelijk van Hendrik Pouwelsz’s dochter Mechteld (gedoopt Zwolle 1 april 1690) met een naamgenoot, nl. Henricus van Alerdink. Omdat de naam Van Alerdink/Van Aalderink etc zo nieuw was (hij komt immers pas na 1700 voor en Mechteld en Henricus trouwden in 1718) zou Mechteld met zeer nabij verwant persoon getrouwd geweest moeten zijn, anders had deze nooit, net als zij, de immers zo nieuwe achternaam Van Alerdink kunnen voeren. Dus besloot ik naar Henricus doop te zoeken in Zwolle. De twee oudste kinderen uit het huwelijk van Henricus van Alerdink en zijn vrouw (en naamgenote) Mechteld van Alerdink heetten Gerrit en Hendrikus. En aangezien Mechteld’s vader Hendrik (Hendrik Pouwelsz) heette zou hij een zoon geweest moeten zijn van een Gerrit. En wanneer ze inderdaad nauw verwant waren, zou zijn vader een Gerrit Pouwelsz geweest moeten zijn, anders was niet te verklaren waarom beide echtelieden Van Alerdink heetten, de link moest immers aan de zijde van de respectievelijke vaders zitten. En -heel verrassend- de enige Gerrit Pouwelsz die tussen 1670 en 1700 een zoon Hendrik had laten dopen was de al eerder genoemde Gerrit Pouwelsz, jongeman van Lente en man van Hendrikje Aloffs!!! Dus lijkt het mij zeker dat de op 25 april 1693 in Zwolle gedoopte Henricus, zoon van Gerrit Pouwelsz identiek is met de man van Mechteld van Alerdink en dus tevens haar volle neef.
Ik heb nog gepoogd via een andere weg deze verwantschap bewezen te krijgen. In het gewest Gelderland was naar ik wist een voorschrift van kracht geweest dat een huwelijk tussen nabije bloedverwanten pas toeliet na het verlenen van dispensatie door het Hof van Gelderland en al deze dispensaties zijn indertijd gepubliceerd. Een oppervlakkig onderzoek naar het bestaan van een dergelijk voorschrift in het gewest Overijssel leverde tot nu toe nog geen resultaat op, maar misschien stuit u er nog eens op. En als dan aan Mechteld en Henricus een dispensatie wordt verleend wegens huwelijk "tussen broederskinderen" (zoals dat officieel heette), dan is er echt een bewijs dat Gerrit Pouwelsz en Hendrik Pouwelsz broers waren (iets waar ik overigens niet aan twijfel, maar een mens ziet graag een definitief bewijs!).
Voorts intrigeerde mij het voorkomen van een Hendrik Pouwelsz die -getrouwd met een Jenneke Jans- op 27 juni 1680 te Zwolle een dochter Catrina liet dopen. Hoe ik ook zocht, ik vond verder geen enkel spoor van deze Hendrik Pouwelsz. Alleen maar van onze Hendrik Pouwelsz en zijn Mechteld Jacobs, die overigens wel weduwnaar was van een Jans (nl. Trijne Jans). Het vermoeden van een verschrijving bij het noteren van de naam van de moeder van de dopelinge kwam toen bij me op. En daarmee het idee dat Catrina wel degelijk bij het gezin van Hendrik Pouwelsz X Mechteld Jacobs hoort. Voor deze stelling zijn trouwens nog drie goede argumenten aan te voeren: a) tussen Hendriks huwelijksdatum (1 juli 1679) en de doop van zijn eerste kind (Jenneke op 10 oct 1681) zit een "gat". En daarin zou wonderwel de doop van Catrina van 27 juni 1680 passen. De reeks huwelijk juli 1679-kind juni 1680-kind okt 1681-kind aug 1683 is dan tenminste regelmatig; b) de Geschwister Van Aalderen noemden allen een of meer dochters Catrina (Assuerus op 18 april 1720 en op 16 nov 1723, Jacobus op 20 aug 1719, Mechteld op 12 april 1731 en Hermannus op 21 mei 1730 en op 23 oct 1732). Vanwaar deze grote verknochtheid aan de voornaam Catharina, die nergens in de familie voorkomt? Zou het hebben van een oudste zuster met die voornaam misschien een verklaring zijn?; en c) het kwam hier te lande vaak voor dat het oudste kind uit een tweede huwelijk de voornaam kreeg van de overleden eerste vrouw of man van vader of moeder. Catrina zou dan vernoemd zijn naar Trijne Jans, de jongoverleden eerste vrouw van haar vader Hendrik Pouwelsz.
Ik denk dat we derhalve de mogelijkheid dat de dopeling van 27 juni 1680 ook bij het gezin van Hendrik Pouwelsz en Mechteld Jacobs hoort serieus moeten nemen.
Tenslotte nog het jongste kind van Hendrik Pouwelsz: dat was de in 1699 geboren Janna. Van haar vond ik op de naam Van Aalderen + varianten niets, wel vond ik: Janna Aalering, gehuwd met Jan Thijsz Steenbergen, laten dopen 1) Annigje (Zwolle 16 dec 1729) en 2) Claas (Zwolle 30 oct 1732). Of zij identiek is met Janna ult 1699 kon ik door tijdgebrek niet uitvinden, maar het is niet uitgesloten. Nader onderzoek zou uitsluitsel kunnen geven.
Het (uitgetypte) doopboek van Zwolle heb ik geheel doorgelezen van 1648 t/m 1664, maar ik vond geen Mechteld Jacobs die in aanmerking komt als onze voormoeder. Alleen een Mechteld, dochter van Jacob Hagedoorn en Willentien Sel (gedoopt Zwolle 30 jan 1657) Omdat de voornaam Willempje onder de kinderen van Hendrik Pouwelsz en Mechteld Jacobs niet voorkomt, lijkt deze Mechteld Hagedoorn niet identiek met de latere vrouw van Hendrik Pouwelsz. De naam Sel ken ik trouwens ook van elders. Dat was in de 17e eeuw een schippersfamilie met hoofdzakelijk vaste woonplaats in Dordrecht en Tiel. Echte "zwervers" dus. Mechteld Jacobs heette trouwens bij huwelijk jongedochter van Oldeneel, welk gehucht dichtbij de kerk van Windesheim ligt. De doopboeken van Windesheim beginnen in 1659, waarschijnlijk net te laat om de doop van Mechteld te bevatten maar misschien lieten haar ouders (Jacob N. en Jenneke N??) er wel andere kinderen dopen vanaf 1659?
Ik Heb me ook nog even verdiept in de getuigen bij de diverse Van Aalderen huwelijken. Daar kwam een interessant feit uit: bij de ondertrouw van Mechteld (Zwolle 2 april 1718) met Henricus van Alerdink werd vermeld: haar getuige de moeder, zijn getuige de stiefvader. Dus leefde Mechteld Jacobs nog op 2 april 1718; Gerrit Pouwelsz was blijkbaar voor die datum reeds overleden en Hendrikje Aloffs was hertrouwd. Er zou nog uit te zoeken zijn met wie en wanneer Hendrikje Aloffs hertrouwde om zodoende Gerrit’s overlijdensjaar (zijn laatste kind werd gedoopt op 23 aug 1696) enigszins te bepalen.
Met betrekking tot Hendrina Morren, de vrouw van Assuerus van Aalderen, moet ik iets rechtzetten. ik had op 5 augustus (i.t.t. 14 april) meer tijd het gezin van haar ouders Gerrit Morren en Grietje Scholte te reconstrueren. Daar kwam het volgende uit: Gerrit Hendriksz Morren, huwde Zwolle 30 mei 1671 Grietje Jansen Scholte, j.d. in de Walstraat; kinderen:
1) Geertruyt, gedoopt Zwolle 5 mrt 1672
2) Johannes, gedoopt Zwolle 2 mrt 1673
3) Geertruyt, gedoopt Zwolle 12 mrt 1676
4) Geertruyt, gedoopt Zwolle 6 oct 1677
5) Berent, gedoopt Zwolle 16 oct 1679
6) Janna, gedoopt Zwolle 15 mrt 1681
7) Berent, gedoopt Zwolle 16 feb 1683
8) Hendrik, gedoopt Zwolle 14 april 1685
9) Hendrina, gedoopt Zwolle 4 nov 1686
10) Hendrina, gedoopt Zwolle 28 mel 1688
11) Hendricus, gedoopt Zwolle 17 jan 1692
U ziet het al waarschijnlijk, de Hendrina van 1686 is een jonggestorven kind, onze voormoeder is derhalve de dopeling van 28 mei 1688. De reeks kinderen is regelmatig op een "gat" na tussen het tweede en derde kind. Doorlezing van het doopboek van december 1673 tot ongeveer juni 1675 zou misschien nog een kind aan het licht kunnen brengen.
Tenslotte vond ik nog het nodige over mijn Buisman-voorouders, maar daar stamt u niet vanaf, dus dat laat ik hier weg. Wel van belang voor U zijn de voorouders Hellendoorn. Daarvan vond ik:
Gerrit Jansz van Hellendoorn, zie testament Zwolle 26 feb 1688;
huwde I. Annigje Willems, overl. tussen 1661 en 1667
huwde II. (Zwolle 11 juni 1667 als wednr wonend bij de Diezerpoort) Berentien Arents, weduwe van Jan ten Have.
Kinderen uit het eerste huweiijk:
1) J(oh)annes, zie onder
2) Annigje, gedoopt Zwolle 27 jan
Kinderen uit het tweede huwelijk:
3) Anna Margrieta, gedoopt Zwolle
4) Joanna
5) Lubbertus, gedoopt Zwolle 17 nov 1671; huwde Berentien 1661 29 jan 1668
6) Aleida
7) Anna Margrieta, gedoopt Zwolle 26 feb 1688
Johannes Hellendoorn, geboren ca. 1655 (doop niet gevonden); huwde Zwolle 6 nov 1681 Hermpje Willems, gedoopt Zwolle 1 april 1660, dochter van Willem Arentsz en Derkje Jans. Uit dit huwelijk naast onze voorvader Wieldert (1693-1771) o.a. als oudste kind Arent (gedoopt Zwolle 12 sept 1682; ook hier weer die vernoeming naar een overgrootvader en NIET naar een grootvader!) en een Anna Margrieta (gedoopt Zwolle 19 mel 1684 en op 3 mei 1711 te Zwolle gehuwd met Jan Cornelisz van den Bosch). Het veelvuldig voorkomen van de voornamen Anna Margrieta is misschien een houvast bij verder onderzoek?
Kort samengevat kom ik tot de volgende globale opstelling:
Pouwel Assies, geb. verm. ca. 1620, woonde onder Heino, verhuisde in 1692 naar Zwolle, overl. na juni 1692; huwde met Aaltje N. Kinderen:
1) Hendrik Pouwelsz, huwde I.(1677) Trijne Jans, overl. 1678/’79; huwde II.(1679) Mechteld Jacobs, welke 2 april 1718 nog leeft. Zijn nakomelingen in mannelijke lijn noemde zich Van Aalderen.
2) Gerrit Pouwelsz, huwde 1684 Hendrikje Aloffs; uit dit huwelijk zes kinderen; hij overleed tussen 1696 en 1718. Zijn nakomelingen in mannelijke lijn noemden zich Van Aalderen.
3) Fennigje Pouwels, huwde 1674 Gerrit Hendriksz.
4) Evertje Pouwelsz, huwde 1686 Hermen Mensing.
Er zal dus gezien de uitdrukking "broers en zusters" in het testament van Hendrik Pouwelsz in 1678 tenminste nog een zoon van Pouwel Assies volwassen geworden moeten zijn. ik vond hem niet te Zwolle. Misschien Is hij te Heino of omgeving gebleven. Om hem te vinden is doorzoeken van de doopboeken van Heino op een N. Pouwelsz die daar kinderen liet dopen nog een mogelijkheid.
Misschien ook dat onderzoek in de archieven van Heino op het rijksarchief in de provincie Overijssel aanknopingspunten geeft. Er is naar ik meen een hoofdgeldregister ult 1675 en misschien zijn er nog andere stukken. Ook onderzoek in de (in 1694 beginnende?) DTB-boeken van Heino naar mensen met de voornaam Asse of het patronym Assien kan nog wat opleveren. In een heel ander verband vond ik bijvoorbeeld:
Jan Hendriks, jongman en zoon van Hendrik Asjes in Heino, trouwde 12 nov 1730 te Colmschate (bij Deventer) met attestatie van Heino en Dalfsen met Webbeken Gerrits, weduwe van Derk Lambertsz van der Krodden (Webbeken was in 1685 geboren en een zoon uit haar eerste huwelijk, Jan van der Krudden (geb. 1713) was de grootvader van mijn voormoeder Jenneke Krudde (1795-1832), de vrouw van Hermannus van Aalderen Assueruszn (1785-1831)).
In elk geval is er stof te over om hypotheses op te stellen en verder onderzoek te doen. Ik denk niet dat ik daar de komende tijd gelegenheid voor zal hebben, maar zo dat wel het geval is en er enig resultaat uitkomt zal ik het u zeker laten weten.
U alle goeds toewensend en veel succes bij verder onderzoek, eindig ik
met vriendelijke groet
Jan van Hunnik
maandag 5 oktober 2009
De Haen en Ambagtsheer
Vandaag wil ik u meenemen op een zoektocht door de Alblasserwaard die 2 naamgenoten uit Molenaarsgraaf en Hedel op bijzondere wijze met elkaar verbindt. Als eerste hebben we Arie Dircksn Ambagtsheer hij trouwt op 1 november 1689 als jongeman van Hardinxveld met Hendrikjen Arijens Weijburgh j.d. van Hedel. Het echtpaar laat in Hedel 6 kinderen dopen tussen 1690 en 1704. In 1744 overlijdt Arie Dircks Ambagtsheer. Zo leren we uit de DTB boeken van Hedel. Aan de andere kant hebben we Arie Dircks Ambachtsheer hij trouwt 24 juni 1696 met Marichje den Haan te Molenaarsgraaf. Dit echtpaar laat in Molenaarsgraaf in 1697 een dochter Marichje dopen. Arie is op 11 februari 1741 in Molenaarsgraaf begraven en zijn vrouw op 24 oktober 1739.
We beginnen onze reis bij Marichje den Haan in Molenaarsgraaf. Als doopgetuige bij de doop van haar dochter Marichje wordt vermeldt Willem Jansz de Haan en Teuntie Pieters. Bij de vermelding van haar begraven wordt Marichje vermeldt als Marichje Janz huisvrouw van Arien Dirkz. We concluderen dat Willem Jansz de Haan een broer moet zijn van Marichje Janz de Haan. Dankzij de bewerking van H. de Bruin op de doopboeken van Molenaarsgraaf vinden we een Huwelijk tussen Arie Hermensz van Nes en Marichje Jans den Haan
Wederom zien we als doopgetuige ene Willem Janse. We trekken de voorzichtige conclusie dat het hier de zelfde Marichje Jans de Haan betreft en haar broer Willem Jans. We zoeken even verder naar de naam Hermense in het bestand en we vinden:
De doopgetuige Floris Hermens keert hier terug dus dit moet de juiste Geertje Hermen zijn. Ons oog valt op Barbera Floren grootmoeder van Ottoland en we pakken de bewerking van de Bruin van de DTB gegevens van Ottoland erbij. Hier vinden we:
Opniew vinden we een Barbara Floren, grootmoeder. Ook zien we hier Arie Hermense van Esch terug als oom. En ook Adolph Joris van Esch. Verderop vinden we onze Barbara Floren terug als vrouw van Hermen Jorise van Esch.
Hier hebben we duidelijk de ouders van Geertje en Floris te pakken. En hoewel niet als doop vermeldt moet Arie Hermen van Esch ook een kind uit dit gezin zijn.
We zoeken nog even verder en zien in hetzelfde bestand van Ottoland nog terug:
Verder vinden we nog:
De vermelding als Willemtje Hermens grootmoeder van Noulant plaatst deze Dirck Jorisse ook in het gezin van Joris Hermense en Willemtje Hermens. Maar we zien nog iets interesant. Stijntje Everts hertrouwt na het overlijden van Dirck in 1695 met Willem Jans den Haan. Dit kan niemand anders zijn dan de broer van Marichje Jans de Haan. Maar we zijn nog niet klaar. We vinden als snel dit tweede huwelijk van Stijntje Everts
We laten ons lijden door de melding bij het eerste huwelijk van Stijntje Everts waar bij Willem Jans den Haan extra wordt vermeldt att. Noordeloos. Inderdaad vinden we in de bewerking van H de Bruijn van de DTB gegevens van Noordeloos zowel Stijntje Everts als Willem Jans de Haan terug. Maar we zoeken verder en vinden verbazingwekkend genoeg
Op 4 september 1701 vinden we in de DTB boeken te Hedel de doop van Dirk Ariensz Ambachtsheer terug als zoon van Arien Ambachtsheer en Handrikke Weyburg.
En zo komen we van Arie Dirksz Ambachtsheer in Molenaarsgraaf via Ottoland en Noordeloos uiteindelijk uit bij een tijdgenoot en naamgenoot Arie Dircksz Ambachtsheer te Hedel.
We beginnen onze reis bij Marichje den Haan in Molenaarsgraaf. Als doopgetuige bij de doop van haar dochter Marichje wordt vermeldt Willem Jansz de Haan en Teuntie Pieters. Bij de vermelding van haar begraven wordt Marichje vermeldt als Marichje Janz huisvrouw van Arien Dirkz. We concluderen dat Willem Jansz de Haan een broer moet zijn van Marichje Janz de Haan. Dankzij de bewerking van H. de Bruin op de doopboeken van Molenaarsgraaf vinden we een Huwelijk tussen Arie Hermensz van Nes en Marichje Jans den Haan
Arien Hermense van N/Es, jm. van Ottoland, Arie van Es, ol. p.d. 10-9-1746
tr. 2-12-1685 Molenaarsgraaf
Marrigje Janse de Haan, jd. van Molenaarsgraaf
beide lidm. op Brandwijk 1689, later vertrokken
8-9-1686 Ariaantie g.Floris Hermense, Geertie Hermense (van Esch)
18-11-1691 Marigje Willem Janse, Dirksie Willemse
Wederom zien we als doopgetuige ene Willem Janse. We trekken de voorzichtige conclusie dat het hier de zelfde Marichje Jans de Haan betreft en haar broer Willem Jans. We zoeken even verder naar de naam Hermense in het bestand en we vinden:
Arien Cornelisz Hoek, jm. van Donck, lidm. 1679 Ottoland, beide lidm. op Gijbeland
1689, hij alleen op 10-11-1698 op Vuijlendam
otr/tr. 18-11/11-12-1678 Ottoland
Geertje Hermen Jorisse van Esch, jd. van Ottoland, lidm. alleen in 1689
kinderen; te Ottoland
22-10-1679 Megteltje g.Ariaantje Dircks grootmoeder op den Donck, Barbera Floren grootmoeder van Ottoland, Jacob Cornelis (Hoek) oom van Goudriaan
12-1-1681 Ariaantje Barbera Floren, Florus Hermens oom, Barbera Cornelis(Hoek)
De doopgetuige Floris Hermens keert hier terug dus dit moet de juiste Geertje Hermen zijn. Ons oog valt op Barbera Floren grootmoeder van Ottoland en we pakken de bewerking van de Bruin van de DTB gegevens van Ottoland erbij. Hier vinden we:
Floris Hermense van ESCH, jm. won. Ottoland, bel.1687, ovl. 23-6-1715
otr/tr. 11-7/2-8-1682 Goudriaan/Ottoland
Pietertje Gielen, wed. van Jan Ariens de BORST, won. Ottoland
otr/tr. 2e 10-11/2-12-1685 Ottoland
Lijntje Ariens EIJCKELBOOM, jd. van Giessen Nieuwkerk won. Ottoland
28-4-1686 Hermen g.Barbara Floren grootmoeder, Arie Hermense van ESCH oom, Teunis Ariens oom van Giessen.
22-8-1688 Arie Tonis Ariens, Adolph Joris van ESCH, Annichje Ariens oom en tante
Opniew vinden we een Barbara Floren, grootmoeder. Ook zien we hier Arie Hermense van Esch terug als oom. En ook Adolph Joris van Esch. Verderop vinden we onze Barbara Floren terug als vrouw van Hermen Jorise van Esch.
Hermen Jorisse van ESCH, jm. v.Ottoland, beide lidm. 1676, ovl. 27-5-1685
tr. ?-1-1655 Goudriaan
Barbara Floren, jd. van Goudriaan, ovl. 16-2-1698
22- 9-1655 Geertje g.Joris Cornelis van ESCH, Willempje Hermens, Ariaentje Cornelis
24- 9-1656 Floris Cornelis Florisse, Jan Joris van ESCH, Neeltje Gerrits
Hier hebben we duidelijk de ouders van Geertje en Floris te pakken. En hoewel niet als doop vermeldt moet Arie Hermen van Esch ook een kind uit dit gezin zijn.
We zoeken nog even verder en zien in hetzelfde bestand van Ottoland nog terug:
Joris Cornelis van ESCH, oud ouderling 8-6-1676, ovl. 7-3-1685
(Willemtje Harmens, lidm. 1676, ovl. 13-10-1696)
20-5-1639 Jacob g.Claes Cornelis, Commer Adriaens, Ariaentje Huijgen
1-4-1641 Adolf " " , " " , Abijna Egmonts
8-2-1643 Meijchie Cornelis Sijmons, Meijchie Cornelis, Grietje Jans
14-5-1645 Adolf Commer Adriaens, Claas Cornelis van ESCH, Teetje Hermens
11-8-1647 Cornelis Sijmon Cornelis van ESCH, Dirck Hermens, Merrigje Cornelis van ESCH
Verder vinden we nog:
Dirck Jorisse van ESCH, lidm. 1676, met att van Goudriaan ca 1683, ovl. 16-1-1695
Stijntje Everts, lidm. 1678, tr. 2e Willem Jans den HAAN (PRINS? att. Noordeloos
24-4-1678 Evert g.Jantje Everts grootmoeder, Arie Everts oom won. Nieuwlant, Hermen Joris van ESCH.
15- 9-1680 Cornelis Jantje Everts grootmoeder van Noulant, Cornelis Jorisse oom van Gijbeland
21-11-1683 Gijsbert Willemtje Hermens grootmoeder, Hermen Joris, Jan Teunis van Noulant.
25- 9-1689 Joris Floris Hermense van ESCH, Metje Teunis nicht van Goudriaan
6- 5-1691 Geertje Adolph Joris van ESCH oom, Lijntje Ariens, Metje Teunis beide nichten
De vermelding als Willemtje Hermens grootmoeder van Noulant plaatst deze Dirck Jorisse ook in het gezin van Joris Hermense en Willemtje Hermens. Maar we zien nog iets interesant. Stijntje Everts hertrouwt na het overlijden van Dirck in 1695 met Willem Jans den Haan. Dit kan niemand anders zijn dan de broer van Marichje Jans de Haan. Maar we zijn nog niet klaar. We vinden als snel dit tweede huwelijk van Stijntje Everts
Willem Jans den HAAN, jm. otr/tr. 11/26-2-1696 Ottoland
Stijntje Everts, wed. van Dirck Joris van ESCH
17- 3-1697 Geertje g.Evert Dircks, Dirckje Willems won. Binnendams
We laten ons lijden door de melding bij het eerste huwelijk van Stijntje Everts waar bij Willem Jans den Haan extra wordt vermeldt att. Noordeloos. Inderdaad vinden we in de bewerking van H de Bruijn van de DTB gegevens van Noordeloos zowel Stijntje Everts als Willem Jans de Haan terug. Maar we zoeken verder en vinden verbazingwekkend genoeg
Dirk Ariensz Ambachtsheer, jm. van Hedel, otr. 3-12-1718 Noordeloos
Geertje Willems de Haen, jd. van Ottoland won. Noordeloos
Op 4 september 1701 vinden we in de DTB boeken te Hedel de doop van Dirk Ariensz Ambachtsheer terug als zoon van Arien Ambachtsheer en Handrikke Weyburg.
En zo komen we van Arie Dirksz Ambachtsheer in Molenaarsgraaf via Ottoland en Noordeloos uiteindelijk uit bij een tijdgenoot en naamgenoot Arie Dircksz Ambachtsheer te Hedel.
donderdag 24 september 2009
Enkele correcties
In een eerdere entry melde ik dat Arie Dirckszn Ambachtsheer in Molenaarsgraaf getrouwd met Marrichje den Haan uit Hardinxveld zou komen. Dit was een vergissing. In de vermelding van zijn huwelijk in het DTB boek van Molenaarsgraaf staat niet vermeld dat Arie Dirckszn uit Hardinxveld komt. Dit stond enkel vermeld bij Arie Dirckszn Ambachtsheer die in Hedel trouwde met Hendrikjen Arijens Weijburgh.
Als tweede wil ik een aanvulling geven op de entry over de 3 zonen van Jacob. Kees Sigmond maakte ons duidelijk dat de doopvermeldingen van Hendricxk weliswaar "zijn naem" vermelden maar dat dit nog niet betekent dat het om een jongen gaat. Na nauwkeurige bestudering leidde hij af dat de vermelde naam van het kint Hendricxke luidt. Hetgeen dus duidelijk naar een meisje verwijst.
Dit betekent dat het gezin van Herber Jacobs Ambachtsheer dus bestond uit 4 dochters. Hiermee is dus ook de latere vermelde Herriksje Herberts Ambachtsheer (huwelijk met Huijbert Jans de Graaf in 1704) geïdentificeerd als de op 20 december 1676 gedoopte dochter Hendricxke. Deze dochter vonden we ook nog onder de naam Hoegsje Herbers en Merrigje Herbers. Het betreft hier een huwelijk met Arie Knelisse Kuijf en een vermelding als doopgetuige bij Arij Jacobs de zoon van Jacob Ariens Ambachtsheer (haar neef).
Als tweede wil ik een aanvulling geven op de entry over de 3 zonen van Jacob. Kees Sigmond maakte ons duidelijk dat de doopvermeldingen van Hendricxk weliswaar "zijn naem" vermelden maar dat dit nog niet betekent dat het om een jongen gaat. Na nauwkeurige bestudering leidde hij af dat de vermelde naam van het kint Hendricxke luidt. Hetgeen dus duidelijk naar een meisje verwijst.
Dit betekent dat het gezin van Herber Jacobs Ambachtsheer dus bestond uit 4 dochters. Hiermee is dus ook de latere vermelde Herriksje Herberts Ambachtsheer (huwelijk met Huijbert Jans de Graaf in 1704) geïdentificeerd als de op 20 december 1676 gedoopte dochter Hendricxke. Deze dochter vonden we ook nog onder de naam Hoegsje Herbers en Merrigje Herbers. Het betreft hier een huwelijk met Arie Knelisse Kuijf en een vermelding als doopgetuige bij Arij Jacobs de zoon van Jacob Ariens Ambachtsheer (haar neef).
zaterdag 22 augustus 2009
De Ambachtsheer van Schiebroeck
Op 13 dec 1619 legde Pieter Maertens op 35 jarige leeftijd de eed af voor het ambt van Ambachtsheer van het Ambacht Schiebroeck Zo leren we uit de akte
03/03/1643; Pieter Maertens, ambachtsheer van Schiebrouck, 59 jaar, legt een verklaring af op verzoek van Maerten Jans Bleyswijck, ingelant te Schiebrouck. Vanaf zijn eedsaflegging als ambachtsheer op 13-12-1619 heeft hij nooit profijt getrokken van zijn ambt. [ONA Rotterdam inv 419 Akte/Blz. 157/259]
Uit een lijst van ambachtsheren die zich bevindt in de inventaris van het archief van Schiebroeck lezen we:
Pieter Maertensz., t.b.v. de gemene ingelanden van Schiebroek bij opdracht van Willem van der Duijn, speciaal procuratie hebbende van Johan van Assendelft, Heer van Cralingen
Pieter Maertensz is een vreemde vermelding in deze lijst Voor hem vinden we 3 personen uit de adelijke familie van Assendelft. Na hem komt de zoon van Lambrecht Cornelisz Bosch. Lambrecht was van 1628 tot 1661 schout van het Ambacht Schiebroeck en grootvader van Annetge Engebrechts de vrouw van Pieter Maertensz. Helaas is er weinig terug te vinden over de ouders van Pieter. Wel kon ik nog een zus traceren:
ORA H'berg, inv. nr. 2054, nr. (0002) 06-05-1651
Comp Jan Ariensz, cleermaker, Maertje Ariens, Barbara Ariens en Jannetje Ariens, alle vier voor hun zelf, Pieter Maertensz Ambachtsheer en Cornelis Ariensz van der Vliet als geordonneerde voogden over Neeltge Pouwels, Annetje Pouwels, Arien Pouwelsz, Aaltje Pouwels en Cornelis Pouwelsz, kinderen van Trijntje Ariens, mitsgaders over Arien Gerritsz, Jan Gerritsz, Trijntje Gerrits, Neeltje Gerrits, Aaltje Gerrits en Gerrit Gerritsz, kinderen van Gerrit Ariens, allen tezamen kinderen en kindskinderen en erfgenamen van Annetje Maertens, die weduwe was van Arien Jansz, cleermaker, en hebben verticht.
Het meest interessante is echter de vermelding
ORA H'berg, inv. nr. 2073, fol. 264. 04-11-1647 Rekening van Willem Coenen en Cornelis Cornelisz Tasch als voogden van Lenert Pietersz, nagelaten weeskind van Annetge Engebrechts zaliger, daar vader af is Pieter Maertensz, ambachtsheer van Schiebroek, mede present. (Leentge Lambrechts is des kinds moederlijke grootmoeder, cavelcedule d.d. 27-12-1646).
Pieter Maertens heeft een kind gekregen bij Annetge Engebrechts. Leendert Pietersz noemt zich conseqent Ambachtsheer en krijgt met Cijtje Cornelis Vermolen 4 kinderen in Hilligersberg; Arien (1666), Annetje (1668), Cornelis (1670) en Machteltie (1672). Alle kinderen noemen zich Ambachtsheer. Zoon Arien krijgt nog een zoon Leendert (1705) en een kleinkind Arij (1739), maar daarna lijkt deze tak verder uit te sterven. Geen van de hedendaagse naamdragers Ambachtsheer/Ambagtsheer heb ik naar deze tak uit Hilligersberg kunnen terugvoeren.
Er is tot dusver geen enkele relatie gevonden met de Ambachtsheer takken uit Hardinxveld, maar wel is voor deze tak als enige een relatie aangetoont tussen de familienaam Ambachtsheer en het ambt van Ambachtsheer.
03/03/1643; Pieter Maertens, ambachtsheer van Schiebrouck, 59 jaar, legt een verklaring af op verzoek van Maerten Jans Bleyswijck, ingelant te Schiebrouck. Vanaf zijn eedsaflegging als ambachtsheer op 13-12-1619 heeft hij nooit profijt getrokken van zijn ambt. [ONA Rotterdam inv 419 Akte/Blz. 157/259]
Uit een lijst van ambachtsheren die zich bevindt in de inventaris van het archief van Schiebroeck lezen we:
Pieter Maertensz., t.b.v. de gemene ingelanden van Schiebroek bij opdracht van Willem van der Duijn, speciaal procuratie hebbende van Johan van Assendelft, Heer van Cralingen
Pieter Maertensz is een vreemde vermelding in deze lijst Voor hem vinden we 3 personen uit de adelijke familie van Assendelft. Na hem komt de zoon van Lambrecht Cornelisz Bosch. Lambrecht was van 1628 tot 1661 schout van het Ambacht Schiebroeck en grootvader van Annetge Engebrechts de vrouw van Pieter Maertensz. Helaas is er weinig terug te vinden over de ouders van Pieter. Wel kon ik nog een zus traceren:
ORA H'berg, inv. nr. 2054, nr. (0002) 06-05-1651
Comp Jan Ariensz, cleermaker, Maertje Ariens, Barbara Ariens en Jannetje Ariens, alle vier voor hun zelf, Pieter Maertensz Ambachtsheer en Cornelis Ariensz van der Vliet als geordonneerde voogden over Neeltge Pouwels, Annetje Pouwels, Arien Pouwelsz, Aaltje Pouwels en Cornelis Pouwelsz, kinderen van Trijntje Ariens, mitsgaders over Arien Gerritsz, Jan Gerritsz, Trijntje Gerrits, Neeltje Gerrits, Aaltje Gerrits en Gerrit Gerritsz, kinderen van Gerrit Ariens, allen tezamen kinderen en kindskinderen en erfgenamen van Annetje Maertens, die weduwe was van Arien Jansz, cleermaker, en hebben verticht.
Het meest interessante is echter de vermelding
ORA H'berg, inv. nr. 2073, fol. 264. 04-11-1647 Rekening van Willem Coenen en Cornelis Cornelisz Tasch als voogden van Lenert Pietersz, nagelaten weeskind van Annetge Engebrechts zaliger, daar vader af is Pieter Maertensz, ambachtsheer van Schiebroek, mede present. (Leentge Lambrechts is des kinds moederlijke grootmoeder, cavelcedule d.d. 27-12-1646).
Pieter Maertens heeft een kind gekregen bij Annetge Engebrechts. Leendert Pietersz noemt zich conseqent Ambachtsheer en krijgt met Cijtje Cornelis Vermolen 4 kinderen in Hilligersberg; Arien (1666), Annetje (1668), Cornelis (1670) en Machteltie (1672). Alle kinderen noemen zich Ambachtsheer. Zoon Arien krijgt nog een zoon Leendert (1705) en een kleinkind Arij (1739), maar daarna lijkt deze tak verder uit te sterven. Geen van de hedendaagse naamdragers Ambachtsheer/Ambagtsheer heb ik naar deze tak uit Hilligersberg kunnen terugvoeren.
Er is tot dusver geen enkele relatie gevonden met de Ambachtsheer takken uit Hardinxveld, maar wel is voor deze tak als enige een relatie aangetoont tussen de familienaam Ambachtsheer en het ambt van Ambachtsheer.
zondag 16 augustus 2009
Drie zonen van Jacob Ambachtsheer
In de archieven van Hardinxveld vinden we referenties naar 3 broers Herber, Arij en Aert Jacobzn. Alleen Herber wordt vermeld met de familienaam Ambachtsheer (Herber Jacobs Ambachtsheer). Over Herber vinden we het meeste terug:
- 1 april 1677: comp. voor notaris Pieter Backer te Hardinxveld mr. Leendert de Heck, chirurgijn te Hardinxveld, enerzijds en mr. Arien de Heck, chirurgijn te Bleskensgraaf, Cors Bastiaensz. Bos, als man van Marichien Leendertsdr. de Heck, Theunis den Breeden, als man van Lijsgen Leendertsdr. de Heck, Herber Jacobsz. [Ambachtsheer], als man van Neeltjen Leendertsdr. de Heck, allen kinderen van voornoemde Leendert de Heck, anderzijds. Zij verklaren dat tussen hen comparanten geschil is gerezen aangaande een somma van 400 gl., aan tweede comparanten bij de uitkoop van hun moederlijke goederen door eerste comparant beloofd, maar waarvan tweede comparanten beweren nooit iets te ontvangen te hebben. De overeenkomst houdt in, dat na het overlijden van mr. Leendert zijn voornoemde kinderen bij de scheiding van diens boedel eerst een bedrag van 400 gl. zullen ontvangen. (ONA Hardinxveld inv. 1)
- 22 okt. 1682: mr. Arien Leendertsz. de Heck, chirurgijn te Hardinxveld, als oom en bloedvoogd van de onmondige kinderen van zijn overleden zuster Neeltgen Leendertsdr. de Heck, bij haar verwekt door Herber Jacobsz., transporteert aan Dirck van Vendelo, meester kleermaker te Hardinxveld, een huisje, staande buitendijks in de Peulenstraat te Hardinxveld. (ORA Hardinxveld inv. 4, f. 32)
- 22 mrt. 1683: comp. voor schout en schepenen van Hardinxveld Claes Joosten, Heilige Geest Armmeester van Hardinxveld en Lijsjen Dircx, weduwe en boedelhoudster van Arien Jacobsz., wonende te Hardinxveld. Zij verkopen voor 39 gl. en 8 st. aan Aert en Herber Jacobsz. [Ambachtsheer] hun "gerechtigdheid", zijnde 1/3 part in een erf, huis en dijkstal, staande en gelegen onder de Benedenpolder van Hardinxveld, belend oost Willem Claesz. Couwenhoven c.s. en west Cornelis Pietersz. (ORA Hardinxveld inv. 4, f. 43v)
Tevens vinden we Herber genoemd in combinatie met Teunis Teunisz Ambachtsheer bij een lijst van verpondingen uit het archief van Sliedrecht.
Hoewel we geen ouders en geen doopdatum hebben kunnen terugvinden is de laatste genoemde akte een duidelijke aanwijzing dat het hier om 3 broers gaat. We vinden echter meer aanwijzingen. Zo vinden we de broers Aert en zijn vrouw Berber Willems van Griend terug als doopgetuigen bij de kinderen van Arij. En de vrouw van Arij te weten Lijcksje Dircks vinden we terug als doopgetuigen van de kinderen van Herber.
Hun nageslacht is weinig van terug te vinden maar wat we terug vinden draagt de naam Ambachtsheer. Aert Jacobs en Berber Willems van Griend lijken kinderloos gebleven te zijn. Van Herber vinden we buiten de doop van 4 kinderen alleen de dochter Hendrikje Herbers Ambachtsheer terug als zij 24 augustus 1704 in het huwelijk treedt met Huijbert Jans de Graaf. Hoewel we van Hendrikje geen doop hebben gevonden laat de getuige Berber Willems bij de doop van haar eerste dochter weinig twijfel over haar vader Herber Jacobs Ambachtsheer. De overige kinderen van Herber lijken allen jong gestorven te zijn.
Arij Jacobs trouwt op onbekende datum Lijsje Dircx. Ze laten vier zonen dopen. Dirk, Jacob en 2x een Arij. Alleen Jacob levert verder nageslacht op. Wederom via de doopgetuige bij de kinderen van Jacob Ariens Ambachtsheer en Sijgje Jans de Krijger (getrouwd op 15 maart 1716 te Hardinxveld) kunnen we vaststellen wat er met zoon Jacob is gebeurt. Bij de meeste kinderen treedt zijn moeder Lijsje Dircx op als getuige. Bij Arij Jacobs, gedoopt op 19 aug 1725, vinden we echter nog een Haksje Hubers Ambachtsheer terug. Dit zou de dochter Hendrikje Herbers van zijn oom Herber kunnen zijn.
Voor de vader zijn weinig aanwijzingen. We vinden een Jacob Ariens als doopgetuige bij de oudtste zoon van Herber en op grond van het patroniem zoeken we natuurlijk een Jacob. De enige aanwijzing is verder de volgende akte:
- 11 sept. 1675: comp. voor schout en schepenen van Hardinxveld Theunis Theunisz. Ambachtsheer, als echtgenoot van Jannetje Cornelisdr., Pieter Nanningen en Wouter Hendricksz. de Vrijes, als procuratie hebbende van Cornelis Nanningen, weduwnaar van Marichje Cornelisdr., voornoemde Pieter Nanningen nog als behuwd oom van Teuntgen Cornelisdr. en voornoemde comparanten samen vervangende Cornelis Cornelisz. Oostende, allen kinderen en erfgenamen van Cornelis Cornelisz. Oostende de Oude en Janneken Cornelisdr., zijn vrouw, beiden overleden. Comparanten verkopen voor 200 gl. aan Willem Arijensz. Blocklant, inwoner van Hardinxveld, een huis in de Peulenstraat aldaar, staande op de benedenpolder van Hardinxveld, belend oost Jacob Arijensz. Ambachtsheer en west Pieter Nanningen. (ORA Hardinxveld inv. 3)
Deze geeft in iedergeval het bewijs voor het bestaan van een Jacob Ariens Ambachtsheer. En gezien de patroniem ga ik er vanuit dat deze Jacob een broer is van de eerdere besproken Toenis Ariens (Klophamer), Arij Ariens Ambachtsheer en Barber Ariens. Het ligt voor de hand aan te nemen dat deze Jacob ook de vader van de 3 broers moet zijn.
- 1 april 1677: comp. voor notaris Pieter Backer te Hardinxveld mr. Leendert de Heck, chirurgijn te Hardinxveld, enerzijds en mr. Arien de Heck, chirurgijn te Bleskensgraaf, Cors Bastiaensz. Bos, als man van Marichien Leendertsdr. de Heck, Theunis den Breeden, als man van Lijsgen Leendertsdr. de Heck, Herber Jacobsz. [Ambachtsheer], als man van Neeltjen Leendertsdr. de Heck, allen kinderen van voornoemde Leendert de Heck, anderzijds. Zij verklaren dat tussen hen comparanten geschil is gerezen aangaande een somma van 400 gl., aan tweede comparanten bij de uitkoop van hun moederlijke goederen door eerste comparant beloofd, maar waarvan tweede comparanten beweren nooit iets te ontvangen te hebben. De overeenkomst houdt in, dat na het overlijden van mr. Leendert zijn voornoemde kinderen bij de scheiding van diens boedel eerst een bedrag van 400 gl. zullen ontvangen. (ONA Hardinxveld inv. 1)
- 22 okt. 1682: mr. Arien Leendertsz. de Heck, chirurgijn te Hardinxveld, als oom en bloedvoogd van de onmondige kinderen van zijn overleden zuster Neeltgen Leendertsdr. de Heck, bij haar verwekt door Herber Jacobsz., transporteert aan Dirck van Vendelo, meester kleermaker te Hardinxveld, een huisje, staande buitendijks in de Peulenstraat te Hardinxveld. (ORA Hardinxveld inv. 4, f. 32)
- 22 mrt. 1683: comp. voor schout en schepenen van Hardinxveld Claes Joosten, Heilige Geest Armmeester van Hardinxveld en Lijsjen Dircx, weduwe en boedelhoudster van Arien Jacobsz., wonende te Hardinxveld. Zij verkopen voor 39 gl. en 8 st. aan Aert en Herber Jacobsz. [Ambachtsheer] hun "gerechtigdheid", zijnde 1/3 part in een erf, huis en dijkstal, staande en gelegen onder de Benedenpolder van Hardinxveld, belend oost Willem Claesz. Couwenhoven c.s. en west Cornelis Pietersz. (ORA Hardinxveld inv. 4, f. 43v)
Tevens vinden we Herber genoemd in combinatie met Teunis Teunisz Ambachtsheer bij een lijst van verpondingen uit het archief van Sliedrecht.
Hoewel we geen ouders en geen doopdatum hebben kunnen terugvinden is de laatste genoemde akte een duidelijke aanwijzing dat het hier om 3 broers gaat. We vinden echter meer aanwijzingen. Zo vinden we de broers Aert en zijn vrouw Berber Willems van Griend terug als doopgetuigen bij de kinderen van Arij. En de vrouw van Arij te weten Lijcksje Dircks vinden we terug als doopgetuigen van de kinderen van Herber.
Hun nageslacht is weinig van terug te vinden maar wat we terug vinden draagt de naam Ambachtsheer. Aert Jacobs en Berber Willems van Griend lijken kinderloos gebleven te zijn. Van Herber vinden we buiten de doop van 4 kinderen alleen de dochter Hendrikje Herbers Ambachtsheer terug als zij 24 augustus 1704 in het huwelijk treedt met Huijbert Jans de Graaf. Hoewel we van Hendrikje geen doop hebben gevonden laat de getuige Berber Willems bij de doop van haar eerste dochter weinig twijfel over haar vader Herber Jacobs Ambachtsheer. De overige kinderen van Herber lijken allen jong gestorven te zijn.
Arij Jacobs trouwt op onbekende datum Lijsje Dircx. Ze laten vier zonen dopen. Dirk, Jacob en 2x een Arij. Alleen Jacob levert verder nageslacht op. Wederom via de doopgetuige bij de kinderen van Jacob Ariens Ambachtsheer en Sijgje Jans de Krijger (getrouwd op 15 maart 1716 te Hardinxveld) kunnen we vaststellen wat er met zoon Jacob is gebeurt. Bij de meeste kinderen treedt zijn moeder Lijsje Dircx op als getuige. Bij Arij Jacobs, gedoopt op 19 aug 1725, vinden we echter nog een Haksje Hubers Ambachtsheer terug. Dit zou de dochter Hendrikje Herbers van zijn oom Herber kunnen zijn.
Voor de vader zijn weinig aanwijzingen. We vinden een Jacob Ariens als doopgetuige bij de oudtste zoon van Herber en op grond van het patroniem zoeken we natuurlijk een Jacob. De enige aanwijzing is verder de volgende akte:
- 11 sept. 1675: comp. voor schout en schepenen van Hardinxveld Theunis Theunisz. Ambachtsheer, als echtgenoot van Jannetje Cornelisdr., Pieter Nanningen en Wouter Hendricksz. de Vrijes, als procuratie hebbende van Cornelis Nanningen, weduwnaar van Marichje Cornelisdr., voornoemde Pieter Nanningen nog als behuwd oom van Teuntgen Cornelisdr. en voornoemde comparanten samen vervangende Cornelis Cornelisz. Oostende, allen kinderen en erfgenamen van Cornelis Cornelisz. Oostende de Oude en Janneken Cornelisdr., zijn vrouw, beiden overleden. Comparanten verkopen voor 200 gl. aan Willem Arijensz. Blocklant, inwoner van Hardinxveld, een huis in de Peulenstraat aldaar, staande op de benedenpolder van Hardinxveld, belend oost Jacob Arijensz. Ambachtsheer en west Pieter Nanningen. (ORA Hardinxveld inv. 3)
Deze geeft in iedergeval het bewijs voor het bestaan van een Jacob Ariens Ambachtsheer. En gezien de patroniem ga ik er vanuit dat deze Jacob een broer is van de eerdere besproken Toenis Ariens (Klophamer), Arij Ariens Ambachtsheer en Barber Ariens. Het ligt voor de hand aan te nemen dat deze Jacob ook de vader van de 3 broers moet zijn.
Jan van Alderingen, ruiter uit Doesburg
Al enige tijd geleden kreeg ik informatie over een curieuse tak van Aelderen in Den Haag. Het huwelijk van Jan van Alderingen ruiter van Doesburg met Anna Maria van Veen uit Wageningen afgesloten op 8 mei 1729. In Den Haag laat dit echtpaar diverse kinderen dopen die alle de naam van Aelderen krijgen. Een link met de familie van Aalderen in Zwolle lijkt onvermijdelijk. Maar de datum van het huwelijk plaatst deze Jan bij de generatie van de zonen van Gerrit en Hendrik Pouwels bij geen van beide treffen we echter een zoon Jan aan. Sterker nog de naam Jan verschijnt pas 3 generaties later in de familie. De informatie komt niet uit eigen onderzoek maar ik heb stukjes hieruit wel kunnen verifieren.
Jan van Alderingen x Anna Maria van Veen (8 mei 1729; Den Haag)
kinderen
1. Gijsbertje ~1730
2. Bernardus ~1731
3. Adriana doop 22 feb 1733
4. Bernardus ~1734
5. Stephanus ~1737
6. Johannes Christiaan doop 10 apr 1740
Alleen van de laatste zoon is nog nageslacht gevonden maar na zijn zoon Gijsbertus lijkt de naam in Zuid-Holland weer te verdwijnen. In de burgelijkestand van de 19e eeuw is de naam in Den Haag niet meer opgedoken. In de generale index van gezinsreconstructies van heel Zuid Holland (te vinden bij het Nationaal Archief en op de DVD South Holland Families) is de naam ook verder niet opgedoken.
Verder onderzoek zal aan het licht moeten brengen waar deze Jan vandaan kwam en wat er met zijn kinderen en kleinkinderen is gebeurd.
Jan van Alderingen x Anna Maria van Veen (8 mei 1729; Den Haag)
kinderen
1. Gijsbertje ~1730
2. Bernardus ~1731
3. Adriana doop 22 feb 1733
4. Bernardus ~1734
5. Stephanus ~1737
6. Johannes Christiaan doop 10 apr 1740
Alleen van de laatste zoon is nog nageslacht gevonden maar na zijn zoon Gijsbertus lijkt de naam in Zuid-Holland weer te verdwijnen. In de burgelijkestand van de 19e eeuw is de naam in Den Haag niet meer opgedoken. In de generale index van gezinsreconstructies van heel Zuid Holland (te vinden bij het Nationaal Archief en op de DVD South Holland Families) is de naam ook verder niet opgedoken.
Verder onderzoek zal aan het licht moeten brengen waar deze Jan vandaan kwam en wat er met zijn kinderen en kleinkinderen is gebeurd.
van Aalderink en van Aalderen
In mijn vorige blog entry heb ik een overzicht gegeven informatie over de naam van Aalderink uit Kampen. Het vermoedde was toen al dat deze tak gerelateerd kon worden aan de tak van Aalderen uit Zwolle. Welnu dankzij aanvullende informatie van meneer Hunnik heb ik deze verbinding kunnen maken. Door wat meer spellingsvarianten uit te proberen op de naam van Alderich (een spellingsvariant die in Zwolle ook voorkomt) op de website van het gemeentearchief van Kampen kwam er nog een van Aelderink naar boven die alle takken in Kampen verbondt. Tevens gaf deze aanleiding om de verbinding met Zwolle te kunnen maken.
In Kampen vond ik dus:
Asuwerus van Alderich x Geesje Vlaminck (7 mei 1730)
kinderen
1. Gerrit (doop; 25 feb 1731)
2. Pieter (doop; 1 jan 1733)
3. Hendrikje (doop; 9 nov 1735)
4. Jannes (2 feb 1738)
5. Geertjen (15 jul 1739)
Gerrit en Pieter zijn ongetwijveld dezelfde als de gelijknamige personen die we ruim 20 jaar later in Kampen aantreffen. Beide vernoemen een zoon naar Azwerus en een dochter naar Geesje. Omdat we bij Aswerus een zoon Gerrit en een dochter Hendrikje aantreffen kan het haast niet anders dan dat deze Asuerus de zoon is van Gerrit Pouwels en Hendrikje Aloffs gedoopt in Zwolle op 7 augustus 1701.
Pieter vinden we overigens ook terug in de archieven van de VOC evenals zijn zoon Abraham. Pieter vaart in 1758 als jongmatroos met de Scholtenburg naar Kaap de Goede Hoop en gaat daar aan boord van de Zuiderburg naar Batavia in 1760 gerepatrieerd te Blijdorp. Zijn zoon Abraham treedt 12 okt 1783 in dienst van de VOC als matroos en vaart uit op de Gouverneur-Generaal de Clerck, hij overlijdt tijdens de reis.
Verder onderzoek moet nog uitwijzen of de zoon Azwerus van Pieter (ged 4 okt 1767 te Kampen) dezelfde is als de chirurgijn Assuerus van Aalderink die we rond 1800 aantreffen in Amsterdam als man van Gesina Aletta Saakes.
In Kampen vond ik dus:
Asuwerus van Alderich x Geesje Vlaminck (7 mei 1730)
kinderen
1. Gerrit (doop; 25 feb 1731)
2. Pieter (doop; 1 jan 1733)
3. Hendrikje (doop; 9 nov 1735)
4. Jannes (2 feb 1738)
5. Geertjen (15 jul 1739)
Gerrit en Pieter zijn ongetwijveld dezelfde als de gelijknamige personen die we ruim 20 jaar later in Kampen aantreffen. Beide vernoemen een zoon naar Azwerus en een dochter naar Geesje. Omdat we bij Aswerus een zoon Gerrit en een dochter Hendrikje aantreffen kan het haast niet anders dan dat deze Asuerus de zoon is van Gerrit Pouwels en Hendrikje Aloffs gedoopt in Zwolle op 7 augustus 1701.
Pieter vinden we overigens ook terug in de archieven van de VOC evenals zijn zoon Abraham. Pieter vaart in 1758 als jongmatroos met de Scholtenburg naar Kaap de Goede Hoop en gaat daar aan boord van de Zuiderburg naar Batavia in 1760 gerepatrieerd te Blijdorp. Zijn zoon Abraham treedt 12 okt 1783 in dienst van de VOC als matroos en vaart uit op de Gouverneur-Generaal de Clerck, hij overlijdt tijdens de reis.
Verder onderzoek moet nog uitwijzen of de zoon Azwerus van Pieter (ged 4 okt 1767 te Kampen) dezelfde is als de chirurgijn Assuerus van Aalderink die we rond 1800 aantreffen in Amsterdam als man van Gesina Aletta Saakes.
vrijdag 17 april 2009
De oudste genereaties van Aalderen
De laatste weken ben ik druk bezig geweest om de doopboeken van Zwolle nog eens door te nemen op vermeldingen van 'van Aalderen' en verwante namen (Aaldering, Alering, Alerink, Alderink etc etc). Ik ben inmiddels bij het oudste doopboek beland waarvan nog afbeeldingen staan op Internet ( Digitale Bronbewerkingen Nederland en Belgie ). Dit doopboek geeft de eerste generatie kinderen van de zonen en dochters van Hendrik Pouwels weer die zich van Aalderen (of iets daaraan verwant) zijn gaan noemen.
Tussentijds ook nog even op de website van het archief van Kampen gezocht. Dit heeft tot een lijn "van Aalderink" geleidt die vanaf 1724 doorloopt tot de 20e eeuw. Een bezoek aan het archief van Zwolle om in de DTB boeken van Kampen op huwelijken te zoeken gaat hopelijk duidelijkheid brengen of we deze lijn aan de lijn in Zwolle kunnen verbinden.
De eerste generaties van Aalderink in Kampen zijn:
- Pieter van Aalderink x Elsien ter Veer
kinderen: Anna Geertruij (1766), Azwerus (1767), Geertruij Anna (1770), Siemen (1773)
- Gerrit van Aaldrik x Berendina Vrij
dochter; Magteltien (1747)
- Gerrit van Aalderink x Geertrui Brink
kinderen; Azwerus (1755), Johannis (1767) en Johanna (1773))
- Berent van Aalderink x Gerrediena Ottenhof
kinderen; Gerrit Willem (1786)m Evert (1789)
- Berent van Aalderink x Aaltien Huijsman
kinderen; Johanna Hermina (1791), Geertruij (1793)
Pieter zou de zoon van Hermannus van Aalderen en Aaltje Prins kunnen zijn. Gerrit en Berent zijn waarschijnlijk beide 2x getrouwd. Gerrit is misschien de zoon van Henricus en Machteld van Aalderen (gedoopt in 1720 te zwolle). Zijn broer Ahasuerus is in Kamperveen getrouwd met Geertruij van der Veen. Berent zal gezien de geboorte data van zijn kinderen een generatie verder zijn. Mogelijk een zoon van Ahasuerus.
Maar ja voor veronderstellingen kopen we niets. Er moeten bewijzen gevonden worden.
In zwolle is de meest interessante vondst:
- Jan van Aalderink x Janna Eleveldt
kinderen; Hendriena (1776), Willem (1778), Gerrigjen (1779), Willem Jan (1781)
De naam Jan komt namelijk in de eerste generaties van 'van Aalderen' helemaal niet voor, echter alle andere personen in Zwolle die de naam Aalderink gebruiken zijn terug te lijden tot Hendrik Pouwelsz.
In dit licht is ook nog een Jan van Alderingen interessant, Zijn kinderen noemen zich in den Haag van Aelderen of van Aalderen. Hij trouwt als jongeman, ruiter van Doesburg in 1729 met Anna Maria van Veen te Den Haag. Verder is er nog geen enkel spoor van hem te vinden.
Er liggen dus nog een paar losse puzzelstukjes in de periode rond 1700 die nog niet passen in de puzzel rond Hendrik Pouwelsz.
Tussentijds ook nog even op de website van het archief van Kampen gezocht. Dit heeft tot een lijn "van Aalderink" geleidt die vanaf 1724 doorloopt tot de 20e eeuw. Een bezoek aan het archief van Zwolle om in de DTB boeken van Kampen op huwelijken te zoeken gaat hopelijk duidelijkheid brengen of we deze lijn aan de lijn in Zwolle kunnen verbinden.
De eerste generaties van Aalderink in Kampen zijn:
- Pieter van Aalderink x Elsien ter Veer
kinderen: Anna Geertruij (1766), Azwerus (1767), Geertruij Anna (1770), Siemen (1773)
- Gerrit van Aaldrik x Berendina Vrij
dochter; Magteltien (1747)
- Gerrit van Aalderink x Geertrui Brink
kinderen; Azwerus (1755), Johannis (1767) en Johanna (1773))
- Berent van Aalderink x Gerrediena Ottenhof
kinderen; Gerrit Willem (1786)m Evert (1789)
- Berent van Aalderink x Aaltien Huijsman
kinderen; Johanna Hermina (1791), Geertruij (1793)
Pieter zou de zoon van Hermannus van Aalderen en Aaltje Prins kunnen zijn. Gerrit en Berent zijn waarschijnlijk beide 2x getrouwd. Gerrit is misschien de zoon van Henricus en Machteld van Aalderen (gedoopt in 1720 te zwolle). Zijn broer Ahasuerus is in Kamperveen getrouwd met Geertruij van der Veen. Berent zal gezien de geboorte data van zijn kinderen een generatie verder zijn. Mogelijk een zoon van Ahasuerus.
Maar ja voor veronderstellingen kopen we niets. Er moeten bewijzen gevonden worden.
In zwolle is de meest interessante vondst:
- Jan van Aalderink x Janna Eleveldt
kinderen; Hendriena (1776), Willem (1778), Gerrigjen (1779), Willem Jan (1781)
De naam Jan komt namelijk in de eerste generaties van 'van Aalderen' helemaal niet voor, echter alle andere personen in Zwolle die de naam Aalderink gebruiken zijn terug te lijden tot Hendrik Pouwelsz.
In dit licht is ook nog een Jan van Alderingen interessant, Zijn kinderen noemen zich in den Haag van Aelderen of van Aalderen. Hij trouwt als jongeman, ruiter van Doesburg in 1729 met Anna Maria van Veen te Den Haag. Verder is er nog geen enkel spoor van hem te vinden.
Er liggen dus nog een paar losse puzzelstukjes in de periode rond 1700 die nog niet passen in de puzzel rond Hendrik Pouwelsz.
Abonneren op:
Posts (Atom)