vrijdag 18 mei 2018

Jan Hubregtse en de opstand der Belgen

Uniform van de fuselier
Als Dina Hubregtse in januari 1809 haar man Janus Keller verliest, bevindt ze zich in een hopeloze toestand. Ze is hoog zwanger (acht maanden) en zonder inkomen. De volkstelling van 1811 maakt melding van de jonge Jan Kelder leeftijd anderhalf en zijn moeder Dina Hubregtse (dagloner). Ze wonen met drie andere gezinnen, totaal twaalf mensen op adres A22 in Goes. Een alleenstaande moeder in het begin van de 19e eeuw heeft weinig opties. Dina belandt in het manhuis en is aangewezen op de armenzorg van Goes. Jan Kelder wordt vanaf nu Jan Hubregtse genoemd en groeit verder op in het manhuis.
In 1826 ontmoet hij als 17-jarige de dan 12-jarige Catharina Thorens, die met haar moeder, twee zussen en haar  broer ook in het manhuis wordt opgevangen.  Catharina was natuurlijk nog te jong voor een echte relatie. Toch is het heel goed mogelijk dat zich toen al een prille liefde ontwikkelde. Jan moest wel zijn dienstplicht nog vervullen. Op 1 mei 1828, als hij negentien jaar jaar is, wordt hij opgeroepen voor een dienstplicht van vijf jaar en ingedeeld bij de 2e afdeling infanterie als fuselier met stamboek nummer 15949. Als eerste wordt hij gestationeerd in Middelburg.

Zijn diensttijd begint rustig, maar op 25 augustus 1830 tijdens de opvoering van de opera "De Stomme Portici" ontvlamt de al maanden gespannen situatie in Brussel en breekt de Belgische Opstand uit. Het duurt niet lang of de 2e afdeling infanterie, waar Jan deel van uitmaakt, krijgt opdracht om zich onder het commando van prins Frederik en prins Willem naar Antwerpen te begeven. Het moraal is hoog en als de kroonprins de troepen passeert juichen ze "Leve de Prins, Leve Oranje".
Vanuit Antwerpen loopt Jan met zijn eenheid door naar Vilvoorde vlakbij Brussel. De Prins doet verwoede pogingen om de situatie in Brussel te kalmeren. Met een troepenmacht naast de deur zijn zijn pogingen gedoemd te mislukken. Als hij vervolgens ook nog Brussel wil binnentrekken, richt de woede van de bevolking zich tegen de soldaten. Veel regimenten vallen uiteen als zuidelijke soldaten de kant van de rebellen kiezen. De eenheid van Jan bestaat voornamelijk uit Zeeuwse dienstplichtigen en blijft intakt. Jan komt er zonder enige verwondingen vanaf, ondanks diverse schermutselingen met de rebellen. De noordelijke troepen weten verder ongeschonden Antwerpen te bereiken waar ze zich in de Citadel kunnen verschansen.
Acties van het leger in Brussel 1830
De plaatselijke generaal Chassé, commandant van de Citadel, sluit een wapenstilstand met de rebellen. Enkele rebellentroepen zijn hiervan niet op de hoogte, trekken Antwerpen in en beschieten de Nederlandse troepen.  Chassé slaat snel en hard terug en geeft opdracht vanuit zijn citadel Antwerpen te beschieten. De kanonnen blijven zeven en een half uur bulderen, ook vanaf de marineschepen in de haven. Er vallen honderden slachtoffers en een belangrijk deel van het historische centrum van Antwerpen wordt vernietigd. Uiteindelijke wordt een nieuw staakt-het-vuren afgesproken, waarbij Chassé weigert de citadel te ontruimen. Ook in Maastricht en Luxemburg behouden de troepen van Nederland de plaatselijke citadellen en forten, verder worden alle noordelijke troepen uit België verdreven. De breuk tussen noord en zuid is nu definitief en de vorming van een Belgische staat is nu onafwendbaar. Er wordt door de grote mogendheden van Europa onderhandelt in London over de boedelscheiding. De Belgische vertegenwoordigers zijn aanwezig, maar hebben weinig zeggenschap. Ook Nederland staat aan de zijlijn en heeft weinig inbreng in de onderhandelingen.

Ligging van het Vlaams Hoofd (links)
Nu de rust is weergekeerd worden Jan en de 2e afdeling infanterie gestationeerd in het fort "Het Vlaamsch Hoofd" gelegen aan de overkant van de Schelde. Vanaf deze locatie is Jan getuige van een dramatische gebeurtenis in de haven van Antwerpen. Terwijl in Londen nog steeds moeizaam wordt onderhandeld, raakt één van de Nederlandse schepen onder commando van van Speijk op zijn tocht over de Schelde in de haven uit koers en komt bij de kade van Antwerpen. Een woedende menigte entert het schip, dat enkele maanden daarvoor deelnam aan de beschietingen van Antwerpen. Van Speijk besluit tot een drastische daad en blaast zijn schip op in de haven van Antwerpen met de gevleugelde woorden: "Dan liever de lucht in". Bijna de gehele bemanning en tientallen Antwerpenaren komen om. Jan heeft vanuit het fort aan de overkant een goed zicht gehad op het drama dat volgde op deze beslissing van Van Speijk. Een beslissing, die de Nederlandse zaak in de lopende onderhandelingen zeker niet heeft geholpen.


Ondertussen discussiëren de Belgen langdurig over hoe ze verder willen. Ze besluiten uiteindelijk een monarchie als staatsvorm aan te nemen en na lang zoeken vinden ze de Duits-Engelse Leopold bereid om de kroon te aanvaarden onder de voorwaarde dat de grens met Nederland wordt vastgesteld. Een verdrag opgesteld door de grote mogendheden van Europa wordt snel door België geaccepteerd maar door Koning Willem I verworpen. Koning Willem waarschuwt nog dat hij de benoeming van Leopold tot Koning zal zien als een vijandelijke daad, maar ondanks dit dreigement wordt Leopold I op 21 juli 1831 beëedigd. Onze koning voegt de daad bij het woord en besluit tot een invasie van België, niet om de revolutie te beëindigen maar om betere voorwaarden voor Nederland te bewerkstelligen. Het Belgische leger is geen partij voor de Nederlanders die zich al maanden hadden voorbereid op dit scenario. In tien dagen weet Nederland het Belgische leger volledig uit te schakelen. De Fransen schieten op verzoek de Belgische Koning te hulp. Nederland weet nog net een intocht in het verlaten Leuven te verwezenlijken, waarbij symbolisch de geplante vrijheidsboom wordt omgezaagd, waarna zij snel terugtrekken richting de grens om een conflict met het Franse leger te vermijden. Alleen de legers in de citadellen van Antwerpen (waaronder de 2de afdeling infanterie waar Jan bijhoort), Maastricht en Luxemburg blijven waar ze zijn.  Opnieuw beginnen onderhandelingen en Nederland krijgt zowaar een betere deal toegewezen. Weer wijst Willem I de voorwaarden af en er ontstaat een kleine impasse.

De val van de Citadel van Antwerpen 1832
Na een aantal maanden zijn de Fransen het beu en besluiten opnieuw tot een interventie. Generaal Chassé wordt door de Fransen gesommeerd om de citadel van Antwerpen te verlaten en onder Franse begeleiding naar Nederland terug te keren. Chassé weigert en de fransen nemen de citadel wekenlang onder vuur.  Weer heeft Jan geluk. Zijn eenheid bevindt zich in het fort aan de overkant van de Schelde en dit fort ligt niet onder vuur. Op 23 december 1832 geeft Chassé zich eindelijk over, maar weigert te beloven dat hij en zijn manschappen geen gewapende strijd meer zullen leveren tegen België. Hierop nemen de Fransen de gehele legermacht bij Antwerpen krijgsgevangen. De 2e afdeling infanterie waar Jan toe behoort krijgt opdracht om onder Franse begeleiding als krijgsgevangenen naar Duinkerken te marcheren. De rest van de legermacht volgt de volgende dag. Chassé doet verslag aan de Koning en in de Staatscourant van 8 januari 1833 wordt een lijst van alle slachtoffers opgenomen. De 2e afdeling infanterie is ongeschonden uit de strijd gekomen omdat zij niet in de zwaar beschoten citadel gelegerd waren.

Jan en de rest van het leger krijgen tijdens de gevangeschap in Duinkerken een goede behandeling, maar pas na zes maanden op 6 juni 1833 worden de soldaten vrijgelaten en mogen terugkeren naar Nederland. De Middelburgsche courant maakt melding van het arriveren van de troepen op 11 juni 1833. De manschappen zien er gezond en krijgshaftig uit. Jan wordt uit zijn dienst bij de 2e afdeling infanterie ontslagen vanwege het aflopen van zijn dienstplicht. Hij tekent bij en wordt per 1 juli 1833 ingedeeld bij de 9e afdeling infanterie als nummer 22669 en gestationeerd bij Gorinchem. Voor zijn deelname aan het Mobiele Leger krijgt Jan het Metalen Kruis toegekend. Omdat de 2de afdeling infanterie, al waren zij niet beschoten deel was van de legermacht die beschoten werd bij de Citadel van Antwerpen krijgt hij ook een speciale Citadel medaille.
In 1834 wordt Jan overgeplaatst naar Bergen op Zoom.  Zo is mijn bedovergrootvader Jan Hubregtse getuige en deelgenoot geweest van een stukje geschiedenis: De opstand van de Belgen.

De rest van zijn diensttijd verloopt verder zonder spannende gebeurtenissen. Misschien toch niet helemaal, want hoe ging het verder met zijn jeugdliefde Catharina Thorens? In september 1835 blijkt zij zwanger en Jan krijgt toestemming van de commandant van de 9e afdeling infanterie om te trouwen. Het huwelijk vindt plaatst op 17 september 1835 in Goes. Een huwelijk dat uiteindelijk meer dan 50 jaar duurt. Jan moet nog wel even in dienst blijven,  hij krijgt in het voorjaar van 1837 uiteindelijk groot verlof en wordt per 15 oktober officieel gepasporteerd van militaire dienst. Voor Jan breekt echter een nieuwe zware tijd aan, maar dat is een ander verhaal.